Judges 2:6

Ieder zijn erfdeel

De schrijver van Richteren vertelt vervolgens een stuk van de geschiedenis van Israël. Die vertelling loopt vanaf hier, Ri 2:6, tot Richteren 3:6. Hij begint met de gelukkige situatie die er is, wanneer elke stam zijn erfdeel heeft ontvangen en er is gaan wonen (Jz 21:43-45). Het is prachtig om daar te lezen hoe de HEERE hun aan alle zijden rust heeft gegeven. Hij heeft alle goede beloften vervuld die Hij heeft toegezegd. Het ontbreekt het volk in die tijd werkelijk aan niets.

Ook iedere christen is volledig in de zegen geplaatst die God hem heeft willen geven. Niets is hem onthouden. We kunnen het lezen in Efeziërs 1 (Ef 1:3-14). Als we pas de Heer Jezus kennen, zullen we daar volop van genieten. Net als bij Israël is in het begin alles fris en levend. Hetzelfde geldt voor de christenheid als geheel.

In Handelingen lezen we hoe de eerste christenen leven, waarvan ze vol zijn, wat ze voor de Heer Jezus en elkaar over hebben. Dan weten ze nog niet veel van de zegeningen die de gemeente in Christus heeft ontvangen. Dat is pas later door Paulus bekendgemaakt. Maar door hun manier van leven zijn ze geestelijk in staat om het onderwijs over die zegeningen te begrijpen en ervan te genieten. Ze zijn er blij over en laten dit in hun leven blijken. Het sluit aan bij hun gericht zijn op God en Zijn Woord.

Copyright information for DutKingComments