Judges 20:21

Het eerste treffen

De standpunten zijn over en weer duidelijk gemaakt. Het lijdt geen twijfel meer, er is geen hoop op herstel. Numeriek zijn de Benjaminieten ver in de minderheid, maar hun capaciteiten compenseren dat voor een groot deel. Er is sprake van “zevenhonderd van de beste mannen linkshandig. Ieder van hen kon haarfijn met een steen slingeren zonder te missen” (Ri 20:16).

Het kunnen uitgelezen mannen zijn, die bekend staan om hun accuratesse, hun trefzekerheid, maar als ze zich voor een kwade zaak inzetten, gebruiken ze hun capaciteiten verkeerd. We kunnen hen vergelijken met mensen die we ook in de christenheid tegenkomen. Mensen die in alles zeer nauwkeurig zijn en soms toch het kwade goed noemen. Vanwege hun precieze benadering van de zaak lijkt het erop dat ze het recht nog aan hun kant hebben ook.

Benjamin behaalt een en andermaal de overwinning, maar we zien dadelijk hoe dat komt. Bij de opgetrokken stammen is ook niet alles zoals het moet zijn. Zeker, ze vragen God om raad, maar ze doen dat pas nadat ze hebben besloten hoe ze zullen optreden. Het enige wat ze nog willen weten, is welke stam het eerst moet optrekken. Deze vraag hebben ze al een keer eerder gesteld, in Richteren 1 (Ri 1:1). Maar wat een verschil tussen Richteren 1 en hier. Daar stellen ze hun vraag met het oog op het bestrijden van de vijand, terwijl ze hier willen optrekken tegen een broeder en ook alles al in kannen en kruiken hebben.

Zo kunnen zich situaties voordoen waarvan ook wij zeggen dat het onnodig is om God te raadplegen. We zien dat er zonde is en we staan direct klaar om daarmee te handelen, zonder dat het in ons opkomt met die zonde naar God te gaan en ons er eerst een mee te maken. Dat hoeft in onze ogen niet. Er zijn nog wel wat details, zoals wie met de in zonde gevallen broeder of zuster moet gaan spreken. Daarvoor zoeken we nog wel eerst Gods aangezicht.

Er is meer nodig om door God gebruikt te kunnen worden om op gepaste wijze met het kwaad te kunnen handelen, dan alleen een snelle bereidheid om als Zijn instrument op te treden. Hun wraak is te direct, te ongepast, te meedogenloos. Er is te weinig het besef dat ze het oordeel van God moeten uitvoeren. Ze brengen geen zondoffer, wat een bewijs zou zijn geweest dat zij zich een maken met het kwaad. Ze rekenen op hun overmacht.

Het gevolg is een nederlaag. Door deze nederlaag wil God hun leren dat getallen voor Hem niet tellen en dat hun vertrouwen om daardoor de overwinning te behalen verkeerd is. Dat de Israëlieten worden verslagen, kan het gevolg zijn van het feit dat zij zelf ook niet vrij zijn van de invloeden van de verderfelijke praktijken van de Kanaänieten. Dan kan er ook geen kracht zijn om op te treden. Wat ze nodig hebben, is dezelfde reiniging als Benjamin.

Copyright information for DutKingComments