Judges 4:7

De opdracht van de HEERE aan Barak

In overeenstemming met wat we zojuist hebben gezien, laat Debora Barak naar zich toe komen; zij gaat niet naar hem. Als zij een woord van de HEERE, de God van Israël, tot hem moet spreken, doet zij dat op de plaats waar zij woont. Zij laat zich leiden door de Geest van God en handelt met Zijn inzicht. Dit handelen van God door Debora is niet Zijn gebruikelijke handelen en is tot beschaming van de man.

Barak betekent ‘lichtend’. “God is licht” (1Jh 1:5). Wie het licht van God laat schijnen, zal de vijand de nederlaag bezorgen. Barak moet daartoe worden opgeroepen en aangespoord. Hij is de betekenis van zijn naam blijkbaar vergeten, misschien door de lange overheersing door de vijand.

De naam van zijn vader, Abinoam, betekent ‘vader van de lieflijkheid’. Barak lijkt te zijn opgegroeid in een gezin waarin liefde en vriendelijkheid worden gevonden. Zó wil God Zijn kinderen opvoeden. In zo’n sfeer worden mensen gevormd die Hij kan gebruiken.

De streek waar hij vandaan komt, is Kedes in Naftali. Kedes betekent ‘heiligdom’ en Naftali betekent ‘worstelaar’ of ‘strijder’. Dat geeft aan dat Barak het heiligdom kent en weet wat het is om te strijden. Hij lijkt op Epafras van wie we lezen dat hij altijd voor de Kolossenzen strijdt in de gebeden (Ko 4:12). Als we bidden, gaan we Gods heiligdom binnen. Bidden is geen gemakkelijk werk, het is een inspannende bezigheid. Barak is in zo’n omgeving tot ontwikkeling gekomen.

Het lijkt erop dat alles aanwezig is om een bevrijder te worden, maar dat het hem aan geestelijke moed ontbreekt. Wat is het dan prachtig om te zien hoe Debora hem tot activiteit – een eerdergenoemde betekenis van haar naam – brengt. Zij maakt hem deelgenoot van haar overtuiging dat God de vijand aan hem zal uitleveren. Zij heeft deze boodschap van Hem ontvangen.

Barak moet daarvoor naar “de berg Tabor” gaan, dat betekent ‘de berg van het voornemen’. Is dat geen grote bemoediging? We moeten naar de berg gaan, dat wil zeggen omhoog, waar we kunnen zien hoe God denkt en doet, wat Hij Zich heeft voorgenomen. Als we blijven kijken naar de toestand om ons heen, blijft het wellicht bij klagen. Als we ons gaan bezighouden met het voornemen van God, wat er in Zijn hart is, zullen we worden bemoedigd. Gods plannen en raadsbesluiten kunnen door geen vijand worden aangetast. Laten we ons vooral daarmee bezighouden, dan zullen we zien welke kracht dat geeft om te strijden.

Staan op de hoogte van het voornemen en de gedachten van God is de beste basis voor de strijd om te overwinnen. Wat is het goed elkaar daarmee te bemoedigen. Debora zegt als het ware tegen Barak wat Paulus tegen Archippus laat zeggen: “Let erop dat u de bediening die u in [de] Heer hebt ontvangen, ook vervult” (Ko 4:17). Op die manier kunnen zusters broeders bemoedigen. Er is een groot gebrek aan zulke zusters.

Copyright information for DutKingComments