Judges 6:14

De opdracht

Gideon heeft God verteld hoe hopeloos de situatie is. Nu krijgt hij de opdracht daarin verandering aan te brengen. Vaak zijn het de dingen die we als nood bij God brengen waarvan Hij ons opdraagt er iets aan te doen. We zijn dan voor God de meest geschikte instrumenten. Als iemand ziet dat er behoefte is aan kinderwerk, gaat hij of zij daarvoor bidden, mogelijk zonder eraan te denken dat het iets voor hem of haar zelf zou zijn. Toch geeft de aanvoeling van de nood al iets aan van de betrokkenheid bij dit werk voor de Heer.

Dit kunnen we betrekken op tal van andere dingen. Het geldt overigens alleen voor mensen die, net als Gideon, leven in gemeenschap met God. Het gaat namelijk om mensen die in hun leven de Heer alle ruimte geven. In het leven van zulke mensen nemen bijbellezen en bidden de centrale plaats in. Daar draait hun leven om, daar putten ze hun kracht uit.

God geeft Gideon voor zijn opdracht geen nieuwe kracht, maar zegt: “Ga in deze kracht van u.” Welke kracht is dat? Dat is de kracht waarmee hij zijn eten uit handen van de vijanden heeft gehouden om er zelf van te genieten. Daardoor heeft hij ook voldoende kracht om Israël te bevrijden.

Wat de HEERE vervolgens tegen hem zegt, moet alle twijfel over zijn opdracht wegnemen. Gideon mag gaan in Naam van zijn Zender. Hij hoort Hem zeggen: “Heb Ik u niet gezonden?” Dit is alles wat nodig, maar ook noodzakelijk is om een dienstwerk te doen. Zonder dat Hij dit tegen ons zegt, kunnen we niet gaan. Gaan we dan toch, dan maken we brokken.

Een andere belangrijke les in verbinding met de roeping tot een dienstwerk is dat God iemand roept die bezig is. Gideon is aan het werk als hij geroepen wordt. Hetzelfde zien we bij de roeping van de discipelen door de Heer Jezus (Mt 4:18-22). God zoekt geen mensen die niets te doen hebben, maar mensen die ijverig zijn in het doen van de gewone, dagelijkse dingen.

Copyright information for DutKingComments