Judges 6:17

De vraag om een teken

Gideon is nu overtuigd van zijn opdracht en vat moed door de toezeggingen van de HEERE. Hij heeft nog één verzoek. Hij wil absolute zekerheid dat hij te maken heeft met de HEERE Zelf. Deze zekerheid vindt hij van wezenlijk belang voor het volbrengen van zijn missie. Daarom vraagt hij om een teken.

Een mooi voorbeeld, waard om na te volgen, hebben we in de manier waarop Gideon zijn vraag stelt. Hij doet dat niet vanuit een houding die spreekt van het recht dat hij op een teken zou hebben. Zijn houding laat zien dat hij er geen aanspraak op kan maken: “Als ik dan genade gevonden heb in Uw ogen.”

De vraag om een teken past niet bij de nieuwtestamentische gelovige. Hij heeft geen teken nodig, omdat hij het hele Woord van God heeft en ook de Heilige Geest Die in hem woont. Wie zekerheid over een bepaalde zaak wil hebben, kan het Woord van God lezen en in gebed aan God vragen of Hij door Zijn Woord en Geest de dingen duidelijk wil maken. God kan daarvoor ook anderen gebruiken, bijvoorbeeld in samenkomsten waar het Woord wordt verkondigd, of door persoonlijke gesprekken met gelovigen die met de Heer leven.

Gideon bezit niet de volle openbaring van God en hij heeft ook de Heilige Geest niet inwonend. Vandaar dat zijn vraag om een teken niet verkeerd is. Hierbij kan nog wel worden opgemerkt dat ook in het Oude Testament God het meest geëerd wordt door onvoorwaardelijk geloof. Ook is het in die tijd niet noodzakelijk een teken te vragen om Gods wil te leren kennen of ter bevestiging van wat Hij heeft gezegd.

Een duidelijk bewijs daarvan vinden we in Hebreeën 11. Van de gelovigen die daar worden opgesomd, wordt telkens gezegd dat zij “door geloof” iets hebben gedaan, zonder dat zij daarvoor bepaalde zichtbare tekenen hebben ontvangen. Overigens wordt ook Gideon daar vermeld. Hij heeft zich niet in de eerste plaats door tekenen laten leiden, maar door geloof.

Een vers dat door alle eeuwen heen van grote betekenis is geweest bij het zoeken naar de wil van God, is: “Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; Ik geef raad, Mijn oog is op u” (Ps 32:8). Bij de bespreking van de Ri 6:36-40 horen we nog iets meer over het vragen van een teken om de wil van God te leren kennen.

Copyright information for DutKingComments