Judges 6:4

Geen schaap, geen rund en geen ezel

Gaza is een Filistijnse plaats. De Filistijnen maken zich hier, evenals elders, een met de vijanden van Israël. Gaza is een grote opslagplaats van gestolen goederen die daar door de Midianieten naartoe zijn gebracht. De opbrengst van het land komt uiteindelijk in Filistijnse handen terecht.

We hebben al eerder gezien dat Filistijnen naamchristenen voorstellen. Het zijn mensen die beweren tot het volk van God te behoren, maar er niet toe behoren omdat ze geen leven uit God hebben. Zij eisen de vrucht van het land, de geestelijke zegen, voor zichzelf op, terwijl ze die ontroven aan hen die werkelijk het volk van God vormen. Dit kan alleen gebeuren door de ontrouw van Gods volk, de gemeente, omdat het niet leeft in wat God heeft geschonken. De gezamenlijke vijanden zorgen ervoor dat er voor Gods volk niets overblijft om van te leven. Het gevolg daarvan is dat er geen kracht is.

Wat is er van de gemeente overgebleven, als het gaat om haar getuigenis in de wereld? We zien het in het boek Handelingen. Hoe krachtig is in het begin haar getuigenis. Die kracht is verdwenen. Een van de oorzaken daarvan is, dat in de christenheid de Bijbel niet meer als het ware voedsel aan de christenen wordt voorgehouden. Mensen die de Geest niet bezitten, hebben de Bijbel ‘veroverd’ en leggen die uit naar eigen inzichten. Een andere oorzaak is dat christenen zelf niet openstaan voor het zuivere Woord van God. Paulus waarschuwt Timotheüs dat er een tijd zal komen “dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar naar hun eigen begeerten voor zichzelf leraars zullen verzamelen, om zich het gehoor te laten strelen” (2Tm 4:3).

Zo blijft er “in Israël niets over om van te leven: geen schaap, geen rund en geen ezel”. Als de Bijbel geen voedsel meer bevat voor de christen, is het ook gedaan met het offeren, waarvan schaap en rund spreken, en de dienst voor de Heer, waarvan de ezel spreekt.

Copyright information for DutKingComments