Judges 7:16

Vreemd wapentuig

De wapens die Gideon aan zijn manschappen uitdeelt, zijn niet van het soort dat indruk kan maken op de vijand. Het wordt geen tot de tanden gewapend leger. Ieder krijgt drie ‘wapens’: een bazuin, een lege kruik en een fakkel die in de kruik moet. De bazuin die hier wordt gebruikt, is de ramshoorn. Een hoorn spreekt van kracht en energie en wordt geblazen om een boodschap door te geven. Deze bazuinen of hoorns hebben de inwoners van Jericho dag aan dag gehoord toen het volk zeven dagen achtereen om de stad trok (Jz 6:4-20).

Het blazen op de bazuin in de nabijheid van de vijand spreekt van het sterke vertrouwen dat God Zijn Woord tegenover de vijand gaat waarmaken. Het is het geven van een getuigenis dat de overwinning zeker is. Wij kunnen Gods Woord laten horen omdat we overtuigd zijn van de waarheid ervan. We kunnen het daarom met Paulus zeggen: “Zo geloven ook wij, daarom spreken wij ook” (2Ko 4:13).

De kruiken komen we ook in 2 Korinthiërs 4 tegen. Daar worden ze “aarden vaten” genoemd en er wordt gesproken over een schat die daarin zit (2Ko 4:7). Met een vat wordt in de Bijbel vaak een persoon of een lichaam bedoeld (Hd 9:15; 1Th 4:4; 1Pt 3:7). In 2 Korinthiërs 4 staat dan nog de toevoeging dat het een aarden vat is. Daardoor komt de nadruk te liggen op de breekbaarheid ervan.

In tegenstelling tot een schat, die iets kostbaars voorstelt, is een aarden vat van geringe waarde. De schat waarover Paulus aan de Korinthiërs schrijft, is “[de] lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in [het] aangezicht van Christus” (2Ko 4:6). Het kan zijn dat Paulus bij het schrijven van 2 Korinthiërs 4 gedacht heeft aan Richteren 7.

De wapens van Gideon en zijn mannen bestaan dus uit:

1. Een bazuin, dat is een beeld van het Woord van God.

2. Een aarden vat, dat is een beeld van een zwak, breekbaar lichaam.

3. Een fakkel, dat is een beeld van de lichtglans van de heerlijkheid van God.

In de volgende verzen zien we hoe ze gebruikt worden.

Copyright information for DutKingComments