Judges 7:25

Oreb en Zeëb

De vorsten en koningen van de vijandige volken nemen in de strijd om het land altijd een bijzondere plaats in. Zij zijn in het bijzonder een beeld van de demonische machten die erop uit zijn het volk van God naar de ondergang te leiden. Zij zijn de aanvoerders en bedenkers van de strategie waarmee zij hun heerschappij uitoefenen. Zij leggen die strategie aan hun onderdanen op en bevelen hun daaraan uitvoering te geven. Het rijk van de satan is een goed georganiseerd rijk. Maar “zijn gedachten zijn ons niet onbekend” (2Ko 2:11). We hoeven ons daarom niet door zijn sluwe aanvallen te laten verrassen.

Hoe hij te werk gaat, wordt door de namen van de twee vorsten duidelijk. Oreb betekent ‘raaf’ en Zeëb betekent ‘wolf’. Hierin zien we de twee hoofdvormen van het kwaad dat in de wereld voorkomt. De raaf stelt het beginsel van verderf en onreinheid voor. De raaf is een onreine vogel (Lv 11:13; 15). De wolf stelt het beginsel van geweld, roven en verslinden voor (Jh 10:10; 12). Door deze twee beginselen, die van verderf en geweld, heeft de satan sinds de zondeval de wereld beheerst (Gn 6:11).

De eerste zonde die begaan is, is die van verderf. Door de leugen van de satan die door Eva wordt geloofd (Gn 3:1-7), zijn het beeld van God en de reine verhouding tussen de mens en God verdorven. De tweede zonde is die van geweld: Kaïn slaat zijn broer Abel dood (Gn 4:1-8). We kunnen elke vorm van kwaad onder een van deze twee categorieën onderbrengen.

Deze vormen van kwaad moeten een halt worden toegeroepen in het leven van de gemeente. Dat wil zeggen, ze moeten worden geoordeeld als zij door ontrouw in de gemeente toegang hebben gekregen en daar hun gezag uitoefenen. Leugen en geweld komen aan hun einde bij een rots en een perskuip. In beide zien we een beeld van het kruis van de Heer Jezus, waar de vijand is verslagen.

Copyright information for DutKingComments