Judges 8:21

Zebah en Zalmuna gedood

De overwinning is behaald, maar er moet nog worden afgerond. De gevaren zijn nog niet definitief verdwenen. Na de overwinning treedt er een subtiel gevaar aan het licht. Dat gevaar is het gebruik van vleitaal. De eerste keer komt het uit de mond van de vijand. Na het zwaard van de vijand krijgt Gideon nu te maken met zijn mond. Mogelijk heeft de overwinning Gideon toch een beetje zelfverzekerd gemaakt. Hij lijkt althans zijn afhankelijkheid van de HEERE enigszins te verliezen.

Waarom begint hij met zijn vijanden te praten? Het is immers duidelijk dat ze moeten worden omgebracht? Hij wil hen ter verantwoording roepen voor de moord op zijn broers. Maar door met hen in gesprek te gaan, stelt hij zich open voor hun invloed. Het is precies zoals bij Eva, die ook in gesprek gaat met de slang, de duivel, waardoor zij onder zijn invloed komt (Gn 3:1-7). Het is haar en het hele menselijk geslacht fataal geworden.

Nu hun macht is gebroken, proberen de twee koningen Gideon met vleitaal in te palmen. Hoewel hij niet van hun vleierij onder de indruk is, lijkt hij zich toch niet helemaal aan de invloed ervan te kunnen onttrekken. Hij verliest het echte begrip van de macht van de vijand en zegt tegen zijn zoon dat hij hen moet doden. Dat is anders dan we in Jozua 10 lezen, waar Jozua vijf koningen gevangen heeft genomen. De opdracht om hun voet op de nek van die koningen te zetten geeft Jozua niet aan jongelingen, maar aan “de aanvoerders van de strijdbare mannen die met hem meegegaan waren”. Daarna doodt Jozua hen zelf (Jz 10:22-27).

Het is niet waarschijnlijk dat de jongen bij de driehonderd mannen hoorde. De jongen is bang, en allen die angst hebben getoond, zijn al weggegaan voordat de strijd is begonnen. Gideon overschat de kracht van zijn zoon. Dit houdt een les in voor alle ouders – en leiders – die met een zekere voldoening opmerken, dat hun natuurlijke of geestelijke kinderen meedoen in de geestelijke strijd. Zij mogen zich niet laten verleiden om van hen dingen te vragen die hun geestelijke kracht te boven gaan. Vaak zijn dat de situaties waarin de macht van de vijand wordt onderschat.

Na deze ‘nederlaag’ van Gideon laat de vijand opnieuw vleitaal horen, dit keer met uitdagende woorden. Hun uiting heeft te maken met de eer die zij aan zichzelf willen houden. Zij willen liever sterven door de hand van de aanvoerder dan door de hand van een jongen. Gideon neemt dit keer wel de volle verantwoordelijkheid op zich en doodt de beide koningen.

Hij neemt echter iets van hen mee als een soort oorlogsbuit, een trofee, als een aandenken aan de overwinning. Het is mogelijk dat de maantjes die hij van de kamelen van de koningen haalt, erop wijzen dat deze Midianieten aanbidders van de maangod zijn geweest. Wat Gideon doet, is een symptoom dat aangeeft dat hij niet alle eer aan God geeft. Hij wil een herinnering bewaren aan de overwinning die hij heeft behaald.

Van geen van de andere door God gegeven richters lezen we dat zij iets dergelijks hebben gedaan. Alleen Simson gaat nog een stap verder. Bij hem zien we niet dat hij iets van de vijand neemt, maar iemand. Die persoon zorgt ervoor dat hij in zijn dienst faalt en uiteindelijk ten val komt. Bij Gideon gaat het niet zover, maar het lijkt erop dat de kiem voor zijn komende falen hier gelegd is.

Copyright information for DutKingComments