Judges 8:27

De efod

Wat Gideon nu vraagt komt niet van anderen, maar ontspringt in zijn eigen hart. Nauwelijks heeft hij de woorden uitgesproken waarmee hij het koningschap heeft geweigerd of hij strekt zijn hand uit naar het priesterschap. Hij vraagt het hele volk om een bijdrage voor de vervaardiging van een efod. De efod is een kledingstuk dat alleen door de hogepriester of priesters wordt gedragen. Daarom komt het Gideon niet toe om deze efod te maken.

Hij zou zijn verzoek hebben kunnen verdedigen door te verwijzen naar het offer dat hij heeft gebracht en het altaar dat hij heeft opgericht in Ofra (Ri 6:19; 24). Daar heeft hij toch zoiets als een priesterlijke dienst verricht? Maar het altaar dat hij daar heeft gebouwd, heeft geen bemiddelend karakter gehad. Het heeft niet gediend om daardoor namens het volk tot God te naderen.

De efod die hij wil maken, moet een gedenkteken worden van de behaalde overwinning. Vandaar dat hij het hele volk vraagt daarvoor iets te geven. Doen we dat niet allemaal wel eens: een aandenken maken of ophangen van de overwinning die de Heer ons heeft gegeven? Het kan zijn dat we graag vertellen van onze overwinningen, de zegen die de Heer heeft willen geven door onze dienst, natuurlijk alles onder de dekmantel dat het tot eer van de Heer is. Maar is het soms niet zo, dat het in wezen trofeeën zijn die we ‘ophangen’ voor onszelf? Zijn niet wij de gevierde instrumenten? Zoiets wordt tot een valstrik.

Het volk is direct bereid deze bijdrage te leveren. Als een mens iets mag bijdragen om een gedenkteken te maken voor een behaalde overwinning, doet hij daar graag aan mee. Zo wordt op de plaats waar eerst een beeld voor de Baäl heeft gestaan dat door Gideon omver is geworpen, nu door Gideon een beeld voor God geplaatst.

Maar de uitwerking is dezelfde: afgoderij ofwel hoererij. Het wordt beschouwd als een middel om daardoor tot God te naderen. Omdat de efod niet in verbinding staat met de hogepriester die deze dragen moet, en het daarom alleen maar een vorm is, wordt hij een middel tot afgoderij. Afgoderij is tegelijk hoererij omdat de verbinding met God wordt geloochend en de verbinding met de afgoden, dat wil zeggen de demonen, wordt aangegaan.

Alles wat in de christenheid van Christus wordt losgemaakt, wordt een middel tot afgoderij. De vorm komt in de plaats van het wezen. Zo wordt er gezegd dat iemand door de doop nieuw leven ontvangt. Hetzelfde zegt men van het avondmaal. Ook wordt er geknield voor een crucifix. Dergelijke resultaten zijn in de godsdienst te verwachten als men handelt op grond van godsdienstige gevoelens in plaats van zich te laten leiden door wat God in Zijn Woord heeft gezegd over het dienen en aanbidden van Hem “door [de] Geest van God” (Fp 3:3).

Het wordt niet alleen Gideon tot een valstrik, maar ook zijn huis. Hij sleept zijn hele huis mee in deze afgoderij. Dat toont de ernst van de woorden die eens gesproken zijn: De weg van God af ga je nooit alleen.

Copyright information for DutKingComments