Judges 9:45
Het verzet gebroken
Abimelech volgt de raad van Zebul op. Hij gebruikt de tactiek van zijn vader Gideon. Hij handelt ‘s nachts en verdeelt zijn leger in groepen (Ri 7:16-19). Als Gaäl de poort uitgaat, ziet hij het leger van Abimelech de bergen afkomen. Maar Zebul oppert dat het een zinsbegoocheling is. Als Gaäl zich niet om de tuin laat leiden, daagt Zebul hem uit om te laten zien dat hij niet alleen een praatjesmaker is, maar ook iemand die de moed heeft te vechten. De burgers van Sichem zijn de toeschouwers bij deze strijd. Ze hebben nog niet echt partij gekozen voor Gaäl. Gaäl wordt verslagen en Zebul ziet zijn kans om zich van Gaäl te ontdoen, zodat hij het gezag over Sichem blijft houden. Dat wil niet zeggen dat hij Sichem weer onder het bestuur van Abimelech brengt. De vriendschap tussen Abimelech en Sichem is volledig verbroken. Nadat Gaäl is verslagen, wil Abimelech de afvallige stad weer aan zich onderwerpen. Hij wil wraak nemen voor hun gebrek aan trouw tegenover hem. In zijn persoonlijke trots gekrenkt, trekt hij op tegen de inwoners van de stad als zij aan het werk gaan op het veld. Gekrenkte trots van mensen met een hoge dunk van zichzelf is in alle tijden en ook in de christelijke gemeente de oorzaak geweest van veel strijd met veel slachtoffers. Abimelech laat er geen gras over groeien. Terwijl de burgers van Sichem op het land aan het werk zijn, bezet hij met een groep de stad en overvallen twee andere groepen de mensen op het platteland. Wie in zijn handen valt, ontkomt niet aan zijn woede. De stad breekt hij af en bestrooit die met zout om een volledige verwoesting en altijddurende onvruchtbaarheid te symboliseren (Dt 29:23; Ps 107:34). Pas twee eeuwen later wordt Sichem herbouwd (1Kn 12:25). De wraakzucht en bloeddorst van de meedogenloze Abimelech richten zich op de ongeveer duizend overgebleven mannen en vrouwen van Sichem die hun toevlucht hebben genomen in de toren van de tempel van El-Berith in de hoop dat hun afgod hun bescherming biedt. Ze komen bedrogen uit. Abimelech geeft zijn manschappen de opdracht te doen wat hij doet (Ri 9:48). Zoiets heeft zijn vader ook gezegd (Ri 7:17). Alleen is het voorbeeld van Gideon goed en dat van Abimelech is slecht. Goed voorbeeld doet goed volgen, maar slecht voorbeeld doet slecht volgen. Abimelech gaat zijn leger voor in een strijd die zuiver gaat om het eigen belang en het halen van zijn gram. Dit gaat ten koste van zijn volksgenoten, zijn ‘beenderen en vlees’ zoals hij hen in Ri 9:2 heeft genoemd. Maar dat alles doet er niet meer toe. Met het waas van wraakzucht voor zijn ogen verbrandt hij de menigte in de toren. Het eerste deel van Jothams profetie is vervuld (Ri 9:20a).
Copyright information for
DutKingComments