Judges 9:53

Het einde van Abimelech

De vervulling van het tweede deel van Jothams profetie (Ri 9:20b) laat niet lang op zich wachten. In zijn onverzadigbare honger naar macht trekt Abimelech verder naar Tebez, een stad die blijkbaar ook onder zijn bestuur stond, maar ook afvallig is geworden. Evenals Sichem heeft Tebez een toren die dient als vluchtplaats voor de inwoners.

Omdat het in brand steken van de toren in Sichem afdoende is gebleken, wil Abimelech dit middel hier ook maar gebruiken om de inwoners voor hun ontrouw tegenover hem te straffen. Dan is Gods tijd aangebroken om Abimelech het kwaad te vergelden dat hij heeft aangericht. God gebruikt een vrouw om Zijn oordeel uit te voeren. We hebben dat eerder gezien, in Richteren 4, waar Jaël de vijand verslaat.

Tot in zijn dood denkt Abimelech aan eigen eer. Er is geen gedachte aan berouw over zijn leven en het kwaad dat hij heeft bedreven. Hij wil niet de geschiedenis ingaan als iemand die door een vrouw is gedood. Het heeft niet mogen baten. God schrijft de geschiedenis, niet de mens. In 2 Samuel 11 herinnert Joab David aan deze geschiedenis en vermeldt de dood van Abimelech door een vrouw (2Sm 11:21a).

Na de dood van Abimelech gaat iedereen naar zijn eigen woonplaats terug. Het strenge regime van de op macht beluste Abimelech heeft geen invloed meer op hen.

De laatste verzen bewijzen dat God niet met Zich laat spotten. “Dwaalt niet, God laat Zich niet bespotten. Want wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten. Want wie voor zijn eigen vlees zaait zal uit het vlees verderf oogsten” (Gl 6:7-8). Abimelech en de burgers van Sichem hebben de waarheid van dat woord ondervonden. Het is een waarschuwing die ook tot ieder van ons spreekt.

Copyright information for DutKingComments