Leviticus 12:2-3

Inleiding

In Leviticus 11 gaat het om verontreiniging door iets wat de mens van buiten tot zich neemt. In Leviticus 12 gaat het om het probleem dat de mens in zichzelf onrein is. We hebben hier de onreinheid van de menselijke natuur ofwel de onreinheid van de erfzonde. De mens is onrein door zijn geboorte en is onrein doordat hij slechts onreine kinderen ter wereld kan brengen. In Leviticus 13 zien we die onreinheid ook nog eens naar buiten uitbreken in de verschillende vormen van melaatsheid.

Onrein bij een geboorte

In Leviticus 11 is iemand die iets onreins aanraakt onrein tot aan de avond. Hier, in Leviticus 12, bij de geboorte van een kind, is de periode van onreinheid en reiniging de langste die we in de Schrift vinden. Die periode beslaat voor de moeder bij de geboorte van een jongetje veertig dagen en bij de geboorte van een meisje tachtig dagen. Dat geeft de ernst van het probleem aan.

Het gaat hier niet om de onreinheid en reiniging van het kind, maar van de moeder. Dat spreekt David ook uit in Psalm 51 (Ps 51:7; vgl. Jb 14:4; Jb 25:4). De kinderen zijn onrein omdat ze uit zondige ouders worden geboren. De bron deugt niet. Alles wat uit de mens voortkomt, is onrein (Mt 15:18). De enige uitzondering is de Heer Jezus. Hij is de Reine Die uit een onreine is geboren.

De tijd dat de vrouw onrein is, is bij een jongetje zeven dagen en bij een meisje veertien dagen. Na die dagen volgt een tijd van reiniging: bij een jongetje drieëndertig dagen en bij een meisje zesenzestig dagen. Na de dagen van haar reiniging moet ze een offer brengen.

In de besnijdenis van het jongetje wordt – geestelijk gezien – erkend dat het kind onrein is. De besnijdenis spreekt van de dood van Christus (Ko 2:11). In beeld wordt het kind gebracht op de grondslag van de dood van Christus.

Zolang de dagen van de reiniging van de moeder duren, mag ze niet naar het heiligdom gaan. Als die dagen voorbij zijn, moet ze de voorgeschreven offers brengen bij de ingang van de tent der samenkomst. Dit kunnen we toepassen op het ontvangen aan de tafel van de Heer. Iemand kan alleen ontvangen worden, als de dagen van zijn reiniging voorbij zijn, waarin hij zichzelf heeft leren kennen en ook de waarde van het werk van de Heer Jezus voor zichzelf heeft aanvaard.

Dat de periode van onreinheid en reiniging in geval van een meisje twee keer zolang duurt, is misschien als volgt te verklaren. Het is een herinnering aan het feit dat de zonde door de vrouw in de wereld is gekomen (Gn 3:6; 1Tm 2:14).

Een geestelijke toepassing is deze. Het vrouwelijke spreekt van het gevoel, het subjectieve. Bij haar is geen sprake van besnijdenis. Wie op zijn gevoelens afgaat, doet er vaak langer over om te aanvaarden wat Christus heeft gedaan. Dit is te zien bij veel christenen die zich te slecht of niet slecht genoeg voelen om door God te worden aangenomen. Soms vinden zulke christenen pas op hun sterfbed vrede met God en zien ze iets van de betekenis van het brandoffer en zondoffer.

Copyright information for DutKingComments