Leviticus 15:19-27

Als een vrouw een vloeiing heeft

De vloeiing van een vrouw kent twee vormen. De eerste vorm is die van de menstruatie, de maandelijkse vloeiing (Lv 15:19-24). Wat voor de vloeiing van de man in de Lv 15:2-12 geldt, geldt hier voor de periodieke vloeiing van de vrouw. De tweede vorm is die van vloeiingen buiten de menstruatie om (Lv 15:25-27). Aan deze vorm van vloeiing lijdt de vrouw die door de Heer Jezus te midden van een menigte wordt genezen (Mk 5:25-29; Lk 8:43-48).

Hoewel het, zoals gezegd, om een onwillekeurige vloeiing gaat, maakt de vloeiing onrein. Het is zelfs zo, dat de HEERE de verontreiniging van Zijn volk met de afgoden vergelijkt met de maandelijkse onreinheid van een vrouw (Ez 36:17). De voortdurende vloeiing heeft uiteindelijk de dood tot gevolg. Ook mag zij, al de tijd dat de vloeiing duurt, niet in het heiligdom komen, opdat de tabernakel van de HEERE niet wordt verontreinigd (Lv 15:31). Gezien de aard van deze vloeiing is er wel een relatie met melaatsheid. Daarom noemt David ze in de vloek die hij over het huis van Joab uitspreekt in één adem (2Sm 3:29).

Copyright information for DutKingComments