Leviticus 16:18

De bok voor de HEERE

De bok die voor de HEERE is (Lv 16:8), wordt ten behoeve van het volk geslacht. Het bloed ervan wordt, evenals het bloed van de jonge stier, op en vóór het verzoendeksel in het heiligdom gesprenkeld. Dit is voor de verzoening over het heiligdom vanwege de zonden van de Israëlieten, opdat God te midden van hen kan blijven wonen.

Gods eer is door het werk van de Heer Jezus hersteld. Hij heeft wat Hij niet heeft geroofd, namelijk Gods eer, aan God teruggegeven (Ps 69:5). De oneer die wij God hebben aangedaan, heeft de Heer Jezus weggenomen door Hem te verheerlijken, Hem in alles te gehoorzamen en Zijn werk volmaakt te volbrengen. Daarom wordt eerst de bok geslacht die voor de HEERE is. God moet de eerste plaats hebben, dan pas komt onze nood.

De grondslag van de verzoening met God is door de Heer Jezus tot stand gebracht. God heeft al Zijn rechtvaardige eisen als de heilige en rechtvaardige God geëist van de Heer Jezus. Hij heeft Hem tot zonde gemaakt (2Ko 5:21; Rm 8:3). De Heer Jezus heeft al Gods eisen en verlangens volmaakt vervuld. God is volmaakt bevredigd ten aanzien van de zonde. Op grond daarvan kan God nu het aanbod van de verzoening aan ieder mens doen (2Ko 5:20). Ieder mens kan met God verzoend worden (Tt 2:11; 1Tm 2:6). In het zenden van Christus naar de aarde kwam heeft God Zijn verzoenende hand naar de wereld uitgestoken (2Ko 5:19).

De Heer Jezus is nu in de hemel. Geen mens is erbij aanwezig als Hij “door Zijn eigen bloed” het hemelse heiligdom binnengaat als de basis van een eeuwige verlossing die Hij verworven heeft (Hb 9:11-12). Hij is “door God begroet als Hogepriester” (Hb 5:10a). Omdat wij het heiligdom mogen binnengaan (Hb 10:19; Ef 2:18), mogen wij weten wat Israël nog niet weet omdat voor hen de voorhang nog gesloten is.

Het bloed wordt toegepast op het heiligdom, op de voorwerpen die er zijn, en op de tent van ontmoeting of de tent der samenkomst en het altaar. In Hebreeën 9 staat dat de tabernakel een beeld van de hemel is (Hb 9:23-24). Op grond van het bloed zullen eenmaal alle dingen – dus niet: alle mensen! – met God worden verzoend (Ko 1:19-20).

Copyright information for DutKingComments