Leviticus 16:8

De offers die Aäron moet brengen

Er zijn twee zondoffers: het ene zondoffer is voor Aäron en zijn huis, het andere voor het volk. Er is verschil in dieren: een stier en een bok. Er is ook verschil in aantal: één stier voor zichzelf en zijn huis en twee bokken voor het volk. Aäron en zijn huis stellen de Heer Jezus en Gods hemelse volk, de gemeente, voor (Hb 3:1; 6). Het volk is Gods aardse volk Israël. Een stier is een groter offer. De gemeente heeft een groter inzicht in en een grotere waardering voor het werk van de Heer Jezus dan Israël.

Er zijn twee bokken nodig om de waarheid van de verzoening voor te stellen. De eerste bok is voor de HEERE, de tweede voor het volk. Eerst moet aan Gods heilige eisen worden voldaan, dan aan de behoeften van het volk. Ook stellen de beide bokken twee aspecten van de verzoening voor. De bok die voor de HEERE is, stelt het werk van de Heer Jezus voor waardoor aan alle heilige eisen van God is voldaan. Hierdoor kan het aanbod van de verzoening op grond van het werk van de Heer Jezus aan alle mensen worden gedaan. Het werk is zo groot en volmaakt, dat alle mensen behouden kunnen worden (1Tm 2:3-6; Hd 17:30; 2Ko 5:19-21).

De andere bok, die weggezonden wordt, stelt de plaatsvervanging voor. Op deze bok worden de zonden beleden van allen die tot Gods volk behoren (Lv 16:21). Hierin zien we dat de Heer Jezus de zonden heeft gedragen, niet van alle mensen, maar alleen van hen die Gods aanbod tot verzoening aannemen, dat wil zeggen zij die zich bekeren. De Heer Jezus heeft Zijn leven gegeven “tot een losprijs voor velen” (Mt 20:28). Hier staat niet ‘voor allen’, maar “voor velen”. Het woord ‘voor’ heeft hier de betekenis van ‘in de plaats van’, terwijl het woord ‘voor’ in 1 Timotheüs 2 betekent ‘zich uitstrekkend tot’, in de zin van een aanbod (1Tm 2:6).

Copyright information for DutKingComments