‏ Leviticus 18:15

Incest of bloedschande

De handelingen die in de Lv 18:6-23 worden genoemd, zijn bloedschande of handelingen van incest. Ze druisen in tegen Gods oorspronkelijke bedoeling met huwelijk en seksualiteit. Dat moet vanzelfsprekend zijn voor Gods volk. Je veronderstelt ze in de wereld en niet onder het volk van God. Dat God al deze waarschuwingen toch tot Zijn volk richt, bewijst hoe nodig het is, omdat ook Zijn volk tot deze zonden in staat is. God stelt het kwaad voor in zijn afschuwelijkste vormen. Hij weet beter dan de mens zelf waartoe deze kan vervallen.

God verbiedt hier de geslachtelijke omgang tussen bloedverwanten. De Hebreeuwse woorden voor ‘schaamte’, ‘schaamdelen’ en ‘ontbloten’ zijn verzachtende of bedekte termen voor geslachtelijke omgang. Hier betreft het ongeoorloofde geslachtelijke omgang ofwel ontucht (Ez 16:36; Ez 23:18). Zulke betrekkingen zijn onnatuurlijk.

Het verbod begint met het algemene verbod om geslachtelijke omgang met een bloedverwant te hebben. Verboden wordt hier geslachtelijke omgang met:

1. moeder;

2. stiefmoeder;

3. halfzus (zelfde vader of moeder);

4. kleinkind;

5. halfzus (uit het tweede huwelijk van de vader);

6. tante, de zus van vader of moeder;

7. tante, de vrouw van de broer van vader;

8. schoondochter;

9. schoonzus.

Copyright information for DutKingComments