Leviticus 19:10

Restanten van de oogst

De zorg voor en bescherming van de naaste volgen op het eerbetoon aan God in het dankoffer. Aan offers van lof en dank worden onlosmakelijk offers van barmhartigheid gekoppeld (Hb 13:15-16). De oogsttijd is een tijd van vreugde, waarin we ook anderen willen laten delen. Wat anderen van ons krijgen, is geen verlies of verspilling, maar levert ons zegen op (vgl. Ru 2:19).

Het is onze opdracht dat onze arme naaste toch te eten krijgt. Het is niet de wil van God dat er arme Israƫlieten zijn. Als ze er toch zijn, kan dat eigen schuld zijn. Maar God wil niet dat de rijkere zich aan de arme onttrekt. Geestelijk is dat ook zo. Als gelovigen lui geweest zijn in het leren kennen van hun rijkdom, dan wil de Heer dat we toch iets met hen delen om hen van de rijkdom die wij hebben leren kennen te laten meegenieten.

Copyright information for DutKingComments