Leviticus 22:14

Het eten van de heilige gave

In deze verzen hebben we nadere bepalingen over wie wel en wie niet van de heilige gave mogen eten. Het is alleen toegestaan voor de priester. Een uitzondering is degene die door de priester is gekocht of die in zijn huis geboren is. In beide gevallen heeft de priester het volle gezag erover. Gekocht te zijn door de Heer Jezus en opnieuw geboren te zijn en daardoor bij Zijn familie te horen geeft recht op deelname aan de priesterlijke maaltijd.

Een priesterdochter die buiten de priesterlijke familie trouwt, verspeelt het recht op het eten van de heilige gaven. Zij is nog wel een lid van het volk, maar toch is zij het recht kwijt. Toegepast: een gelovige die weet wat het is om priesterdienst uit te oefenen, trouwt met een gelovige die daar geen weet van heeft. Dat zal invloed hebben op zijn eigen priesterdienst. Als zo iemand trouwt met iemand die helemaal geen lid van het volk van God is, een ongelovige, zal dat een nog veel grotere negatieve invloed hebben.

Een priesterdochter kan, als ze weduwe is geworden, of is verstoten, en geen kinderen heeft, weer terugkeren naar haar vader. Dan mag zij weer eten van het voedsel van haar vader. We kunnen dat toepassen op iemand die na verdrietige ervaringen weer terugkeert tot wat in de jeugd werd beleden. Dan mag zo iemand weer nemen van het priesterlijke voedsel.

Het kan ook gebeuren dat onopzettelijk, maar toch onbevoegd, van de heilige gave wordt gegeten. Dan is er schuld, maar daarvan kan men vrij worden door een schuldoffer te brengen. Er zijn situaties waarin iemand deelneemt aan de priesterdienst en het genot daarvan, terwijl hij eigenlijk onbevoegd is. Dat kan gebeuren als iemand iets doet of zegt waardoor een ander, zonder opzet, gekwetst wordt. Er is een schuld ontstaan. Als hem dat bekend wordt, kan er een schuldoffer worden gebracht, wat in de geestelijke betekenis wil zeggen dat eraan wordt gedacht dat de Heer Jezus daarvoor moest sterven.

Copyright information for DutKingComments