Leviticus 23:6-8

Het Feest van de ongezuurde broden

Direct aansluitend op het Pascha volgt het Feest van de ongezuurde broden. Deze twee feesten vormen een eenheid. In Lukas 22 worden beide feesten vereenzelvigd: “Het Feest van de ongezuurde broden nu, Pascha geheten” (Lk 22:1). Het Feest van de ongezuurde broden wordt gekenmerkt door de afwezigheid van zuurdeeg. De volledige afwezigheid van zuurdeeg, dat een beeld is van de zonde, heeft de wandel en natuur van Christus op aarde gekenmerkt en wordt ook in ons vervuld voor zover we Christus in ons leven laten zien.

In de beelden van de Schrift stelt zuurdeeg altijd de zonde voor, waarbij de zonde zich in verschillende vormen openbaart. Er is sprake van:

1. “Het zuurdeeg van de farizeeën en sadduceeën” (Mt 16:5-12). Hiermee wordt de leer van farizeeën bedoeld, dat is het wetticisme of het toevoegen aan Gods Woord, en de leer van de sadduceeën, dat is het rationalisme of afdoen van Gods Woord.

2. Het “zuurdeeg van Herodes” (Mk 8:15), dat zijn de vleselijke genoegens.

3. “Oud zuurdeeg”, “zuurdeeg van slechtheid en boosheid” (1Ko 5:8), dat is een zondige levenspraktijk.

4 “Een beetje zuurdeeg” (Gl 5:9), dat dwaalleer over het werk van de Heer Jezus voorstelt.

5. Het “zuurdeeg, dat een vrouw nam en verborg in drie maten meel” (Mt 13:33). Dit vormt geen uitzondering op het feit dat zuurdeeg altijd zonde voorstelt. Het stelt het invoeren van afgodische beginselen in het koninkrijk der hemelen voor (Zc 5:5-11).

Het eten van ongezuurde broden is een beeld van het zich voeden met de Heer Jezus, in Wie niets van de zonde aanwezig is. Dat geldt voor Zijn leven op aarde, Zijn bestaan daarvóór en voor Zijn leven nu in de hemel. Hij is op aarde het ware graanoffer geweest, waarin ook geen zuurdeeg aanwezig mag zijn (Lv 2:11).

Van Hem kunnen we pas ‘eten’ als we de betekenis van het Pascha kennen. Eerst moeten we ons voeden met Zijn dood, daarna pas kunnen we ons voeden met Zijn leven. Zonder bekering en wedergeboorte kan Hij slechts een goed voorbeeld zijn, maar geen voedsel.

Het feest wordt zeven dagen gevierd. Zeven is het getal van de volmaaktheid en stelt hier ons hele leven voor. Op de eerste dag en op de zevende dag moet er een heilige samenkomst zijn. Daarbij mag niets van menselijke inspanning of verplichting een rol spelen. Op elke dag moet een vuuroffer worden gebracht. Alle eer gaat naar de HEERE, Hij wordt geprezen. Zo mogen wij de samenkomsten beleven en mag ons leven ook rondom de samenkomsten zich afspelen als een lofprijzing voor de Heer.

Copyright information for DutKingComments