Leviticus 26:9

Belofte van zegen

De zegeningen van het land worden overvloedig voorgesteld. De eerste zegen waarover wordt gesproken, is de regen. De hele oogst is daarvan afhankelijk (Dt 11:13-14). Bij gehoorzaamheid wordt regen beloofd, telkens op de goede tijd voor de oogst. Als gevolg daarvan zal het als het ware het hele jaar oogsttijd zijn (Am 9:13).

Ze zullen in vrede van de vrucht kunnen genieten, zonder dat ze in angst hoeven te zitten voor de dreiging van vijanden of wilde dieren. Als een vijand het waagt hen aan te vallen, zullen ze hem met weinig inspanning verjagen (vgl. Dt 32:30). De HEERE zal Zich in gunst tot hen wenden. Hij zal hen talrijk maken en overvloed aan eten geven.

Naast deze materiële zegen is er ook geestelijke zegen. Die bestaat in het voorrecht dat Hij in hun midden woont en hun God zal zijn en dat zij Zijn volk zullen zijn. De materiële zegen is tevens het bewijs dat God voortdurend in hun midden woont. Het volk heeft zegen en rust waar God rust heeft.

Ze zullen het volle resultaat van Gods bevrijding uit Egypte in weldadige vrijheid genieten. Van een onder het slavenjuk gebukte houding zal geen sprake zijn. God heeft hun juk verbroken en hen “rechtop laten gaan”, ze lopen met opgeheven hoofd. Zo mag de christen “staan” in de genade van God (Rm 5:2). Vele malen wordt in de geschiedenis van Israël door de HEERE terugverwezen naar de bevrijding uit Egypte. Ook de christen moet telkens herinnerd worden aan zijn verlossing uit de macht van de zonde. Dat zal zijn dankbaarheid levend houden en hem verlangend doen blijven God in alle dingen te eren.

Copyright information for DutKingComments