Leviticus 4:35

Zonde van iemand van het volk

De vierde categorie betreft de zonde die wordt begaan door een gewoon lid van het volk. In dat geval heeft zo iemand de keus tussen een geit of een lam. Als zo iemand zondigt, kan hij zich niet verschuilen achter onwetendheid of eigen geringheid. Zonde, van wie dan ook, is een gruwel voor God. Maar de zondaar, wie dan ook, is kostbaar in Gods oog. Vandaar dat Hij voor ieder het geschikte middel heeft om weer met Hem in het reine te komen. Elk middel spreekt van de Heer Jezus. Het onderscheid in offer stelt het verschil in inzicht voor dat onder de leden van het volk van God bestaat. Het veronderstelt dat ieder lid een zeker inzicht heeft.

Als het om een persoonlijke zonde gaat, is de gemeenschap van het volk met de HEERE in het algemeen niet onderbroken. Er is hier geen sprake van het strijken van bloed aan het reukofferaltaar, zoals dat wel het geval is in Lv 4:7 en Lv 4:18 omdat het daar situaties betreft waarbij wel de gemeenschap van het hele volk met God door de zonde onderbroken is. De zonde van de enkeling verontreinigt het reukofferaltaar niet, het wordt niet voor gebruik ten behoeve van het volk ongeschikt gemaakt.

De enkeling die gezondigd heeft, verliest wel het genot van de zegen die in de gemeenschap opgesloten ligt. Daarom wordt het bloed van het zondoffer aangebracht op de horens van het brandofferaltaar als de plaats van de persoonlijke toegang tot God.

De gemeenschap van de gemeente als lichaam van aanbidders wordt door de zonde van de enkeling niet onderbroken, al wordt ze wel gebrekkig en belemmerd. De HEERE straft soms de hele vergadering als de zonde van de enkeling verborgen blijft, zoals we zien bij Achan (Jz 7:1). Een gezonde toestand waarbij God niet bedroefd of beledigd is, wordt gekenmerkt door kracht. Wanneer het geweten werkzaam is en het hart belangstelt in de zegen van Gods volk, zal dit ertoe leiden de oorzaak op te sporen als er verzwakking en verlies is. Als de zonde ontdekt en geoordeeld is, keert de zegen terug.

Er is nog een bijzonderheid bij dit zondoffer die we niet hebben bij de vorige zondoffers. Er is hier sprake van het vet dat wordt geofferd en dat een aangename geur voor de HEERE is. Terwijl elke zonde afschuwelijk is in Gods oog, en de Heer Jezus, wanneer Hij tot zonde is gemaakt, in Gods oog afschuwelijk is, rust tegelijk al Gods welgevallen op Hem.

Als we eraan denken dat God zoveel oneer is aangedaan door de zonde en dat de Heer Jezus dat door Zijn werk op het kruis heeft uitgeboet, dan is God door datzelfde werk op verheven wijze verheerlijkt. Door de zonde heeft de mens de eer van God geroofd. De Heer Jezus heeft alles gedaan – daarvan spreekt het vet – om wat Hij niet heeft geroofd, de eer van God, aan Hem terug te geven (Ps 69:5). Daarom is Zijn werk een aangename of rustgevende geur.

Copyright information for DutKingComments