Luke 10:21

De Heer Jezus prijst de Vader

Als de Heer Jezus aan de hemel denkt en aan allen van wie de namen daar staan opgeschreven, verheugt Hij Zich in de Heilige Geest. Hij ziet het volle resultaat van Zijn werk. Eerst heeft Hij het einde van alle activiteit van de satan in de hemel gezien en aan Zijn discipelen meegedeeld. De satan zal uit de hemel worden geworpen (Op 12:9) en onder de voeten van de gelovigen worden verpletterd (Rm 16:20). Vervolgens ziet Hij al de namen van hen die de hemel zullen bevolken. Dit zijn dingen waarvoor Hij de Vader prijst.

Hij prijst de Vader dat deze dingen door Hem bekendgemaakt zijn aan kleine kinderen, aan hen die geen hoge pretenties hebben. De knappe koppen, de hoogopgeleiden aan theologische faculteiten die zich op hun godsdienstige kennis beroemen, hebben geen weet van deze dingen. Het is het welbehagen van de Vader geweest dit zo te doen.

De Heer Jezus weet dat, ondanks de verwerping die Zijn deel is en die Hem nog diepgaander wacht, de Vader Hem alle dingen heeft overgegeven. Voor Hem telt alleen de waardering van de Vader, niet die van de mensen. Als zij Hem verwerpen, is dat opdat het welbehagen van de Vader uitgevoerd wordt. Begrijpen doen wij deze dingen niet. Wij kunnen niet begrijpen dat de Zoon als Mens op aarde het welbehagen van de Vader vervult doordat de mensen Hem verwerpen. Wij zouden niet op de gedachte zijn gekomen om het toppunt van de zonde van de mens te gebruiken om een plan ten gunste van die mens uit te voeren. Dat is het geheim van de Zoon, een geheim dat alleen de Vader kent.

De aanwezigheid van de Zoon stelt God in genade voor aan de mens en maakt Gods welbehagen in mensen openbaar. De aanwezigheid van de Zoon maakt tevens de grootst mogelijke verdorvenheid en haat tegen die geopenbaarde genade, goedheid en liefde in de mens openbaar. De aanwezigheid van de Zoon en Zijn verwerping door de mensen laten op heerlijke wijze de triomf van de genade over het kwaad zien.

De eeuwige Zoon is Mens geworden om als Mens voor mensen verzoening te doen bij God. In Zijn werk op het kruis heeft Hij al de verdorvenheid en haat van mensen voor God gebracht en God heeft Hem daarvoor geoordeeld. Al Gods haat tegen de zonde is over Hem losgebarsten. Op datzelfde moment is Gods welgevallen op voor ons onuitsprekelijke wijze uitgegaan naar Zijn Zoon Die dit grote werk tot Zijn verheerlijking volbracht. Dit wonder van de Zoon kent alleen de Vader. Het enige wat een gelovige hier te doen staat, is geloven en aanbidden.

Hoewel we de Zoon in het wonder van Zijn Wezen niet kunnen kennen, mogen we in Hem wel de Vader kennen, want de Zoon heeft de Vader geopenbaard. De openbaring van de Vader in en door de Zoon is de vreugde en de rust van het geloof. Het is zelfs waar voor kleine kinderen. De jonge kinderen, en niet alleen de jongelingen of de vaders, kennen de Vader (1Jh 2:13).

Na Zijn lofprijzing tot de Vader spreekt de Heer een woord dat alleen voor de discipelen geldt. Hij spreekt het “gelukkig” uit over allen die zien wat zij zien. Dat zij en anderen Hem persoonlijk zien, dat zij Zijn lichamelijke aanwezigheid kunnen waarnemen, is een groot voorrecht. In Hem is God bezig al Zijn beloften waar te maken.

Dit grote voorrecht hebben velen van de meest bevoorrechte personen vóór hen, zoals profeten en koningen, begeerd. Het is hun echter niet vergund. Zij daarentegen die de Heer zien, is dit grote voorrecht wel geschonken. Deze enorme genade is niet te omschrijven. Het is toch maar zo, dat zij God geopenbaard in het vlees aanschouwen! Een indrukwekkender ontmoeting kan niet plaatsvinden. De koningin van Sjeba werd de adem benomen toen zij de heerlijkheid van Salomo zag (1Kn 10:4-5). En zie, meer dan Salomo is hier (Lk 11:31)! Profeten hebben Zijn komst aangekondigd om alles te vervullen waarover zij hebben geprofeteerd.

En wij mogen nog weer zoveel meer zien dan degenen die Christus op dat moment zien en horen. Dat komt door de Heilige Geest Die in ons woont en de gemeente vormt als een hemels volk dat nu al met de Heer Jezus op de nauwst mogelijke wijze verbonden is. God wil nu al mensen invoeren in de sfeer van de hemel door hen te brengen in een herberg op aarde waar de Heilige Geest de Gastheer is. Dat zien we in de volgende gelijkenis, die van de barmhartige Samaritaan.

Copyright information for DutKingComments