Luke 11:5-10

Een gelijkenis over bidden

De Heer voegt een gelijkenis toe om het belang van aanhoudend, vertrouwend gebed te onderstrepen. Er is sprake van drie vrienden. Iemand heeft een vriend die op een onmogelijk uur bij hem komt omdat hij drie broden nodig heeft. De reden van het verzoek van de vriend is dat hij een vriend heeft die onverwachts bij hem is gekomen om bij hem te overnachten. Omdat hij daar niet op heeft gerekend, heeft hij niets in huis om zijn vriend, die vermoeid is van de reis, voor te zetten.

Gelukkig heeft hij een andere vriend die hem zeker wel wat broden wil lenen. In het vertrouwen op hun vriendschap gaat hij erheen en vraagt om die broden, al is het ook middernacht. Een echte vriend zal niet reageren met allerlei excuses om zijn vriend niet te helpen. Hij zal zijn vriend niet als lastig beschouwen en niet wijzen op het feit dat hij alles al heeft afgesloten, of op zijn slapende kinderen die misschien wel wakker zouden kunnen worden.

De Heer geeft twee redenen waarom die vriend zou opstaan. In de eerste plaats zou hij opstaan omdat hij die bij hem komt zijn vriend is. Als die reden toch niet zwaar genoeg zou zijn, zou er een andere reden zijn die hem zou doen opstaan. Die reden is het onbeschaamde verzoek van zijn vriend. Dat zijn vriend zo vrijmoedig is dat hij zonder enige schaamte op dit tijdstip hem om hulp vraagt, zou hem moeten bewegen hem alles te geven wat zijn vriend nodig heeft. Het gaat om het vertrouwen dat de vriend die hulp vraagt, laat zien in de vriend aan wie hij om hulp vraagt.

Bidden, zoeken, kloppen, de Heilige Geest

In aansluiting op dit voorbeeld zegt de Heer Jezus dat Zijn discipelen – en dat geldt ook voor ons – erop mogen rekenen dat hun zal worden gegeven als ze bidden. Als wij in volkomen vertrouwen, onbeschaamd vragen, krijgen we waar we om vragen.

De Heer zegt niet dat wij altijd direct krijgen waar we om vragen. Soms moeten we zoeken naar de wil van de Vader, we moeten die wil leren kennen, of wat we vragen wel in overeenstemming met Zijn wil is. Er kunnen ons onbekende redenen zijn dat het antwoord uitblijft, maar ons gebed wordt gehoord vanaf de eerste keer dat we een bepaald gebed uitspreken. Dat zien we bij Daniël. Hij bidt drie weken lang, maar krijgt geen antwoord (Dn 10:2-3). Als hij dan na drie weken antwoord krijgt, hoort hij de reden van het oponthoud, maar ook dat zijn gebed vanaf het begin voor God was gekomen (Dn 10:12-14).

Als we Gods wil zoeken, zullen we die vinden. Daarom is het van belang te blijven kloppen, te blijven doorgaan met op Hem aan te lopen. We moeten ons bij uitstel niet laten ontmoedigen, want er zal ons worden opengedaan.

Na de aansporing om te bidden, te zoeken en te kloppen, geeft de Heer de ondubbelzinnige toezegging dat wie bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, opengedaan zal worden.

Bidden is vertrouwen op de goedheid van de Vader. Hoe gaat het bij aardse vaders? Als een zoon om een brood vraagt, om voedsel, dan geeft zijn vader hem toch geen steen, iets waarop hij zijn tanden stuk bijt en waarmee de honger niet wordt gestild? Of als hij om een vis vraagt, dan geeft zijn vader hem toch niet zoiets gevaarlijks als een slang? Of als hij om een ei vraagt, dan geeft zijn vader hem toch niet zoiets dodelijks als een schorpioen?

Als aardse vaders zo met hun kinderen handelen door hun niet iets te geven wat waardeloos, gevaarlijk of dodelijk is, zal de hemelse Vader dan anders handelen? Nee, Hij zal daar zeker niet voor onderdoen, maar juist alleen goede gaven aan Zijn kinderen geven.

De Heer Jezus geeft hun nog een gebed om te bidden. Ze mogen bidden om de Heilige Geest. Die zal hun worden gegeven door de Vader, Die – niet: in, maar – van de hemel is. Het gaat niet om de plaats waar de Vader is, maar om het kenmerkende van die plaats. De Vader is in de sfeer van de hemel en vanuit die sfeer geeft Hij de Heilige Geest.

De Heilige Geest zal vanuit de hemel komen om op aarde een hemels volk te vormen. Dit gebed is verhoord op de Pinksterdag. Gelovigen behoren niet te bidden of de Heilige Geest bij hen wil komen. Zodra iemand het evangelie van zijn behoudenis gelooft (1Ko 15:1-4), ontvangt hij de Heilige Geest (Ef 1:13). De gelovige mag de Vader wel bidden of zijn leven werkelijk door de Heilige Geest geleid en gevuld mag zijn. Let wel, er staat niet dat er tot de Heilige Geest wordt gebeden. Dat staat nergens in Gods Woord.

Copyright information for DutKingComments