Luke 12:2

Waarschuwing tegen huichelarij

We weten niet of de heftige aanvallen op de Heer de duizenden aantrokken of dat het bij een andere gelegenheid was. In elk geval sluit Lukas aan op de rede die de Heer zojuist tegen de farizeeën en wetgeleerden heeft gehouden met de vermelding dat “intussen de duizenden van de menigte bijeengekomen” zijn. Hij wil door deze aansluiting het verband laten zien tussen wat de Heer tegen de godsdienstige leiders heeft gezegd en wat Hij nu tegen Zijn discipelen te zeggen heeft.

De mensen in de menigte verdringen elkaar. Iedereen wil zo dicht mogelijk bij Hem zijn om maar niets van Zijn woorden te hoeven missen. Wat een geluk dat dit nu niet meer zo werkt. Wie Hem wil horen, kan Zijn Woord lezen. Dat kan in alle rust gebeuren, zonder anderen van hun plaats te moeten verdringen.

De Heer richt het woord tot Zijn discipelen. Het woord “allereerst” wijst erop dat het onderwijs dat volgt, de hoogste prioriteit heeft. Nadat Hij in het vorige gedeelte de schijnwerper van de waarheid op de godsdienstige leiders heeft gericht, richt Hij nu datzelfde licht op Zijn discipelen en de weg die zij te gaan hebben. Zij zullen hun getuigenis moeten geven te midden van huichelarij en tegenstand, waarbij ze wel mogen rekenen op de kracht van de Heilige Geest.

Met het oog op het geven van hun getuigenis waarschuwt de Heer hen in de eerste plaats voor wat zo kenmerkend is voor de farizeeën: de huichelarij. Ook de ware discipel loopt gevaar om een bepaalde schijn hoog te houden, om iets te willen lijken wat hij niet is. De discipel kan ook geneigd zijn tot uiterlijke vroomheid als het kenmerk van ware vroomheid om daardoor eer van mensen te krijgen. Huichelarij is het je anders voordoen dan je in werkelijkheid bent. Het woord ‘huichelaar’ werd vroeger gebruikt voor een toneelspeler, die ook iemand anders speelt.

Bij de farizeeën komt er nog een aspect bij en dat is dat zij zich anders voordoen om daardoor aanzien bij mensen te verwerven. Huichelarij vloeit voort uit een leven dat geleefd wordt voor het oog van mensen en niet voor het oog van God.

De Heer vergelijkt huichelarij met zuurdeeg. Zuurdeeg is altijd een beeld van het kwaad en wel in een vorm die ook voor anderen gevaarlijk is. Zuurdeeg is een werkzaam kwaad dat anderen kan aansteken. Het is een opgeblazenheid, de schijn van groter en vromer te zijn dan de werkelijkheid. Dat is precies wat de farizeeën kenmerkt en waarvoor de Heer Zijn discipelen waarschuwt, want dat gevaar lopen ook zij en ook wij.

Als een extra waarschuwing zegt Hij erbij dat het geen enkele zin heeft om zich te verlagen tot huichelarij en dingen te bedekken of verborgen houden. Er komt zeker een ogenblik dat wat ze bedekt hebben willen houden, ontdekt zal worden en openbaar zal zijn. Wat verborgen is, wat niemand mocht weten, zal iedereen te weten komen. Dat betreft zowel de houding en daden (Lk 12:2) van de discipel als de woorden die hij spreekt (Lk 12:3).

De discipelen moeten erop rekenen dat niets van wat ze hebben gezegd, in de duisternis zal blijven. Het zal volledig in het licht worden gesteld. De verborgen gedachten achter de woorden die ze hebben gesproken, zullen in het licht komen. Wat ze iemand zomaar in het oor hebben gefluisterd, in een binnenkamer zonder dat iemand anders het kon horen, zal luid en duidelijk voor elk oor worden uitgesproken. Dat zal voor de rechterstoel van Christus gebeuren, waar we allen geopenbaard zullen worden (2Ko 5:10). De Heer wil dat Zijn discipelen klare taal spreken, zonder verborgen bedoelingen.

Copyright information for DutKingComments