Luke 13:31-32

Weeklacht over Jeruzalem

Het hele onderwijs van de Heer bevalt de farizeeën niet. Als de Heer op Zijn weg naar Jeruzalem het gebied van Herodes binnengaat, komen ze bij Hem met een boodschap dat Herodes Hem wil doden. Het lijkt erop dat ze onder het voorwendsel van zorg voor Zijn leven, proberen Hem met hun boodschap bang te maken. De Heer is niet onder de indruk van hun zogenaamde zorg. Hij weet dat Herodes slecht is. Hij weet ook dat de farizeeën niet beter zijn en hun betuiging van belangstelling en zorg voor Zijn Persoon huichelarij is.

Het lijkt er ook op dat Herodes gebruikmaakt van de gezindheid van de farizeeën. In de haat die zij beiden voor Hem koesteren, vinden zij elkaar en gebruikt de een de ander voor zijn eigen moorddadige plannen. De Heer laat Zich niet beïnvloeden door welke suggestie van de vijand dan ook. Hij heeft een werk te doen voor Zijn Vader. Met Goddelijke verachting voor deze koning die Hem naar het leven staat, noemt Hij hem een ‘vos’ vanwege zijn sluwheid om Zijn getuigenis voor God te dwarsbomen.

Natuurlijk doorziet de Heer zijn bedoelingen en is zijn sluwheid tevergeefs. Hij aarzelt niet om dat duidelijk te zeggen. Zij weigeren Hem Die is gekomen om Zijn volk onder Zijn vleugels te verzamelen, zoals een hen haar kuikens en geven de voorkeur aan een vos. De Heer is gekomen om de wil te doen van God Die Hem gezonden heeft. Die wil moet ten koste van alles gedaan worden. Daarom gaat Hij gewoon net als alle andere dagen het werk van God doen, vandaag en morgen en elke volgende dag.

Hij doet een controleerbaar werk. Hij drijft demonen uit en volbrengt genezingen, allemaal werken van genade. En dan, op de derde dag – dat is figuurlijk gesproken, want het zal nog maanden duren voor Hij zal lijden en sterven –, zal Hij voleindigd worden. De woorden “kom Ik aan het einde” betekenen letterlijk ‘word Ik voleindigd’. Hij zal sterven op de tijd door God bepaald en op de plaats door God bepaald, niet eerder en niet later en niet ergens anders. Tegelijk betekent het dat Hij aan het einde van Zijn loopbaan op aarde komt, dat wil zeggen dat Hij Zijn doel bereikt zal hebben. Als Hij is opgestaan, zal Hij Zijn doel ten volle hebben bereikt. Lukas wijst juist daar in feite op door de uitdrukking “de derde [dag]” te gebruiken, die vaak naar de opstanding verwijst.

De Heer spreekt erover dat Hij met Zijn werk bezig is en dat het beslist voltooid moet worden. Hij moet voortgaan naar het kruis. Hij zal, nadat Hij Zijn loop geëindigd heeft, door dood en opstanding heen een nieuwe plaats innemen in de hemelse heerlijkheid. Hij beseft ook dat het aan geen enkele macht van mensen zal worden toegestaan Hem in Zijn werk te stuiten voordat Hij alles heeft volbracht. Daarvoor is Hij immers op reis naar Jeruzalem, want daar zijn alle profeten omgebracht. Hem wacht geen andere behandeling dan alle profeten vóór Hem.

Hij is echter meer dan een profeet. Wat Hij met smart over Jeruzalem zegt, heeft geen enkele profeet kunnen zeggen. Hij is de God van Jeruzalem. Hij noemt de naam van de stad twee keer om daardoor Zijn innerlijke bewogenheid voor deze stad kracht bij te zetten. Hij is bevoegd en bekwaam om hen bijeen te verzamelen vanuit een liefde die ook een hen heeft voor haar kuikens (Jr 31:10).

Hij heeft zo graag Zijn volk onder Zijn vleugels willen beschermen tegen al het naderende onheil. (God is een Vader met moederlijke gevoelens en als zodanig is Hij voor aardse vaders én moeders een voorbeeld.) Hij had hun schild kunnen zijn en hun zeer groot loon (Gn 15:1), maar zij hebben niet gewild. Ze hebben hun verwerping van Hem vele keren laten zien door het doden van de profeten die God in Zijn liefde tot hen had gezonden.

Omdat Jeruzalem zich zo weerspannig heeft gedragen, geeft de Heer hen aan zichzelf over. Hij trekt Zich terug uit het huis van Israël en ook uit de tempel die niet meer Gods huis is, maar “uw huis”, dat wil zeggen hun huis, is geworden. Hij laat hen aan henzelf over en gaat heen. Ze zullen Hem niet meer zien, “totdat …”.

Het ‘totdat’ is de aankondiging van een verandering in hun gezindheid. Die verandering wordt merkbaar als zij zullen roepen: “Gezegend Hij Die komt in [de] Naam van [de] Heer.” Dat zullen ze roepen als de Heer Jezus terugkeert om Zijn volk, dat wil zeggen het gelovig overblijfsel van Israël, van hun vijanden te bevrijden door die vijanden te oordelen.

Voordat het zover is, zal het volk nog massaal roepen: “Weg met Hem” en: “Kruisig, kruisig Hem” (Lk 23:18; 21).

Copyright information for DutKingComments