Luke 14:21-23

Het huis moet vol worden

De slaaf brengt zijn heer verslag uit van de reacties op zijn uitnodiging. Als de heer de reacties hoort, wordt hij boos. Zijn genade is versmaad (Hb 10:28-29). De bevoorrechte mensen hebben het te druk en hebben de uitnodiging onverschillig afgeslagen. De slaaf krijgt een andere opdracht. Die moet hij snel uitvoeren, want er is haast geboden. Hij moet allerlei mensen van de straat gaan halen, mensen die er nooit aan zouden denken dat zij een uitnodiging zouden krijgen. Ze worden ook niet uitgenodigd, er wordt niet gevraagd of ze willen komen, de slaaf moet ze ophalen. Vanaf nu wordt het een kwestie van tollenaars en zondaars en allen die er ellendig aan toe zijn.

De eersten die gedwongen worden om binnen te komen, komen uit de stad, uit Israël. Zij zijn zich hun armoede bewust en hebben er geen moeite mee binnen te gaan door de nauwe deur. Zij hebben geen akkers of ossen of een vrouw die een weerhouding vormen om binnen te gaan. We zien dit op de Pinksterdag gebeuren (Hd 2:40-41; Hd 4:4). Gehoorzaam voert de slaaf dit bevel uit.

Maar het huis is nog niet vol. Er is nog plaats, ook al zijn er eerst drieduizend en later nog eens vijfduizend Gods huis, de gemeente, binnengegaan (Hd 2:41; Hd 4:4). God heeft zoveel wat Hij wil weggeven, dat Hij nog anderen gaat dwingen om binnen te komen. De heer geeft de slaaf nog een keer de opdracht om naar buiten te gaan. Hij moet overal kijken waar nog iemand zou kunnen zijn, en wie hij vindt, moet hij dwingen om binnen te komen.

We zijn hiermee weer een hele stap verder, want dit is klaarblijkelijk het evangelie voor de volken. Door Gods barmhartigheid wordt na de verwerping van het evangelie door Israël nu ook aan hen het evangelie met de grootste aandrang gepredikt. Niemand is op de uitnodiging ingegaan uit eigen beweging, maar is daartoe gedwongen door Gods soevereine genade. God vult om zo te zeggen niet alleen de tafel, maar ook de stoelen. Is dat even een genade! Wie heeft er ooit gehoord van het rijkste feest ooit waaraan alleen mensen deelnemen die daartoe gedwongen zijn!

Het wonder wordt nog groter, want al het heerlijke van de maaltijd die door God is bereid en waarvan we straks in de hemel in volmaaktheid zullen genieten, mag nu al door ons in het huis van God op aarde worden genoten. Het is het huis waar de verloren zoon wordt binnengebracht door de vader (Lk 15:22-24).

De heer stelt vast dat zij die oorspronkelijk zijn uitgenodigd, maar weigerden te komen, nooit van zijn avondmaal zullen proeven. Hier spreekt de Heer Jezus het oordeel uit over de genodigden die de uitnodiging hebben afgeslagen en dat is vooral het afvallige Israël. Zij hebben bewust gekozen voor het leven op aarde met al zijn genietingen. Het eeuwige leven slaan ze af (Hd 13:46), want zonder het geproefd te hebben, weten ze dat het hun toch niet zou bevallen. Ze krijgen waarvoor ze hebben gekozen: ze zullen nooit proeven van het feestmaal.

Copyright information for DutKingComments