Luke 15:2
De Heer ontvangt zondaars
Terwijl de godsdienstige leiders Hem hebben verworpen, is de Heer voor tollenaars en zondaars Iemand Die hen aantrekt door Zijn woorden van genade die met “zout besprengd zijn” (Ko 4:6). Zij zijn de mensen die worden gedwongen om binnen te komen (Lk 14:23). De gezindheid van de farizeeën en schriftgeleerden is volkomen vreemd aan de genade. Zij voelen zich ver verheven boven dit soort diepgezonken mensen en kijken op hen neer. Zulke mensen verdienen het niet om daarmee om te gaan en hun goed te doen. Dat doet de Heer nu juist wel en daarover mopperen zij. Mensen die geen besef van genade hebben, kunnen alleen maar in een geest van verzuring kritiek op anderen uitoefenen die wel genade bewijzen of van genade leven. Het is de houding van de oudste zoon in het derde deel van de gelijkenis. De genade van de Heer gaat zelfs nog veel verder dan waarover zij mopperen. De Heer ontvangt ze niet alleen, Hij zoekt ze nadrukkelijk, zoals uit de volgende gelijkenis blijkt. God vindt er Zijn welbehagen in genade te bewijzen. Wat een antwoord op de afschuwelijke gezindheid van de farizeeën die daartegen bezwaar maken! De aanleiding voor de gelijkenis is het gemopper van de farizeeën en de schriftgeleerden vanwege het feit dat de Heer Jezus zondaars ontvangt en met hen eet. Daarmee geven ze Hem onbedoeld een groot compliment. Hij is inderdaad juist voor hen gekomen.
Copyright information for
DutKingComments