‏ Luke 15:9

De verloren drachme

In het tweede deel van de gelijkenis stelt de Heer een vrouw voor die een drachme verliest. De drachme was een Griekse munt en daarom geen wettig betaalmiddel in Israël. Daarom lijkt het erop dat de ‘drachmen’ gebruikt werden voor persoonlijke versiering van hoofd, nek of arm. Deze versiering stelt de vrouw op hoge prijs en daarom wil ze die graag ongeschonden bewaren, mogelijk meer uit gevoelswaarde dan om de geldelijke waarde ervan. De drachme is voor de vrouw veel waard. Misschien hoorde hij bij een sieraad van tien drachmen dat door het verlies van die ene drachme zijn hele glans heeft verloren. Vandaar dat het verlies van een van de tien munten aanleiding geeft tot ijverig zoeken door de eigenares. Vandaar ook dat het vinden ervan haar ertoe brengt haar vriendinnen en buurvrouwen te roepen om zich met haar te verheugen.

De vrouw stelt meer het persoonlijke werk van de Heilige Geest in harten van mensen voor dan het werk van Christus dat in de vorige geschiedenis naar voren komt. In overeenstemming met de positie die de vrouw naar Gods gedachten heeft, heeft de Geest een positie van onderdanigheid ingenomen, van werkzaamheid op de achtergrond of in het verborgene.

Een verloren munt is een levenloos ding. Dat is een geschikt voorbeeld om tot uitdrukking te brengen wat een verloren zondaar is naar de gedachten van de Geest van God. Het stelt een mens voor die geestelijk een dood ding is met net zo weinig kracht om terug te gaan als het vermiste geldstuk. Daarom geeft de drachme ons een passend beeld van de zondaar, die niet de geringste kracht bezit om tot God terug te keren (Ef 2:1). De zondaar is volkomen hopeloos. Alleen de Heilige Geest kan hier iets doen. Hij ontsteekt een kaars in het donkere hart van de zondaar. In het werk van de vrouw zien we het werk van de Geest.

De vrouw verzoent zich er niet mee dat ze haar munt kwijt is. Zij steekt een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij de drachme vindt. De lamp stelt het getuigenis van het Woord van God voor. De Geest wordt vooral gekenmerkt door werkzaamheid en bij Zijn werk gebruikt Hij het Woord. Daarom staat hier dat de lamp aangestoken wordt.

Maar dat is nog niet alles. De vrouw veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij de drachme vindt. Er is liefde die zich moeite getroost, die verhinderingen wegneemt en zorgvuldig te werk gaat en grondig zoekt. Als zij niet zo grondig en volhardend had gezocht, was de drachme nooit gevonden. Zo is de Geest van God onvermoeibaar bezig om een verloren en dode zondaar te vinden en levend te maken. Door het vinden van het verloren geldstuk is de verzameling munten weer compleet.

Naast de al opgemerkte mogelijkheid dat het om een versiering gaat, kan het ook gaan om een erfstuk of een huwelijksgeschenk. De bedoeling is in elk geval om duidelijk te maken dat de verloren drachme een bijzondere waarde heeft in de ogen van de vrouw. Dat zien we ook in de blijdschap die het terugvinden van de drachme veroorzaakt bij de vrouw. Ze wil die blijdschap delen met haar vriendinnen en buurvrouwen.

Het beeldt de blijdschap van de Heilige Geest uit als er een zondaar tot bekering komt. Deze blijdschap die ontstaat als een zondaar zich bekeert, is de blijdschap van God. Het is blijdschap “voor” de engelen – niet ‘bij’ –, dat wil zeggen voor het aangezicht van de engelen. Wat is er voor hun aangezicht, wat zien zij? Zij zien de blijdschap van God over een bekeerde zondaar.

Copyright information for DutKingComments