Luke 17:21

Het koninkrijk van God is in Christus

De farizeeën hebben een vraag. Ze willen weten wanneer het koninkrijk van God komt. Zij zijn er klaar voor, menen ze. De vraag is alleen wanneer het koninkrijk klaar zal zijn voor hen, menen ze. Het is een vraag van blind ongeloof. Het is als met het vragen naar een teken. Ze hebben geen ogen om te zien, want ze zijn blind, en omdat ze blind zijn, zien ze het koninkrijk van God niet, want het “komt niet op waarneembare wijze”. Hiermee bedoelt de Heer dat het niet in uiterlijke macht en heerlijkheid komt.

Toch heeft Hij een overvloed aan bewijzen geleverd dat het koninkrijk van God onder hen aanwezig is en wel in Zijn Persoon. Zij herkennen Gods Koning echter niet in Hem, hoewel Hij de ware kracht van het koninkrijk heeft geopenbaard in de vele overwinningen over de satan en over alle gevolgen van de zonde in deze wereld. De ware kracht van het koninkrijk is geopenbaard in de afhankelijke en gehoorzame Mens, in de nooit falende kracht van God die door Hem werkt.

Voor dit alles zijn zij blind. Zij hebben er geen waardering voor omdat zij God niet waarderen. Ze verlangen als volk naar wat hen zou verhogen en de vijanden zou verdelgen, maar ze verlangen niet naar wat God verheerlijkt en de mens vernedert. Daarom laat de Heer hun in Zijn antwoord zien, dat het van de tijd van Zijn verwerping af tot Hij terugkomt in heerlijkheid, niet een kwestie is van “zie, hier, of: daar”, maar van geloof om de heerlijkheid van Zijn Persoon te erkennen en om in te zien dat de kracht die in Hem werkzaam is, de kracht van God is.

Het koninkrijk van God is in hun midden en zij zien het niet omdat zij Hem niet zien. Zij denken gering over de Heer Jezus. Dit is de ondergang voor iedereen die het getuigenis hoort, maar weigert het aan te nemen.

Lukas spreekt over het koninkrijk van God, niet over het koninkrijk der hemelen. Alleen Mattheüs spreekt over het koninkrijk der hemelen en hij zegt nergens, zolang de Heer op aarde was, dat het koninkrijk der hemelen gekomen was. Hij zegt wel, in overeenstemming met wat Lukas hier zegt, dat de Heer heeft gezegd: “Als Ik echter door [de] Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen” (Mt 12:28).

Het koninkrijk van God was er toen Christus op aarde was. Dat bewees Hij door de kracht van de Geest te openbaren in talloze overwinningen op de satan. Het koninkrijk der hemelen is pas gekomen, nadat Hij naar de hemel is gegaan en vanuit de hemel zijn verborgen regering over de aarde is begonnen. Wanneer Hij terugkomt in heerlijkheid, zal Hij die regering in openbare vorm uitoefenen en zal er geen verschil zijn tussen het koninkrijk van God en het koninkrijk der hemelen. Dan zal het koninkrijk in kracht en heerlijkheid gekomen en gevestigd zijn.

Copyright information for DutKingComments