Luke 18:3

Gelijkenis van de onrechtvaardige rechter

In aansluiting op wat Hij heeft gezegd over het kenmerk van de laatste dagen, legt de Heer door middel van een gelijkenis bijzondere nadruk op het belang van aanhoudend gebed. Het gebed is in alle tijden de hulpbron voor de getrouwen, maar in het bijzonder in de dagen van de Zoon des mensen die zozeer lijken op de dagen van Noach en de dagen van Lot. Het zijn de dagen waarin wij leven. Daarom is deze gelijkenis ook vol onderwijs voor ons.

Het gaat erom dat wij aanhouden in gebed en niet moedeloos worden als het antwoord op zich laat wachten. Het zijn zware tijden waarin het geloof zwaar op de proef wordt gesteld. Voortdurend bidden is het enige dat ons kracht geeft om vol te houden. Het geeft blijk van vertrouwen op God, ook al hebben we de schijn tegen.

De Heer stelt een situatie voor waarin een rechter een rol speelt die zich aan de hele wet niets gelegen laat liggen. Deze rechter heeft God en zijn naaste niet lief. Het liefhebben van God en de naaste is de samenvatting van de wet. En deze man is rechter!

Op zeker moment komt er een weduwe naar hem toe met de vraag haar recht te verschaffen. Ze heeft een tegenpartij die haar wil uitbuiten. De rechter wil haar echter geen recht verschaffen. Hij kan aan dit geval niets verdienen. Het is voor hem volkomen oninteressant. Toch houdt de weduwe aan. Dat heeft ten slotte resultaat. Hij overlegt bij zichzelf dat hij iets voor de vrouw zal doen, ondanks het feit dat hij zich niet om God of zijn medemens bekommert.

Zijn overweging om de weduwe recht te verschaffen is dat hij van haar gezeur af wil zijn en erger wil voorkomen. Hij ziet haar ervoor aan dat ze hem nog een keer zal mishandelen als hij bij zijn weigering blijft. Daarom is het al met al beter haar toch maar recht te verschaffen. Dan is hij tenminste van haar af. Hij handelt puur uit eigen belang.

De onrechtvaardige rechter stelt hier net zomin God voor als de onrechtvaardige rentmeester in Lukas 16 een discipel voorstelt. De Heer vertelt deze gelijkenissen om hierdoor Zijn discipelen krachtig en bemoedigend aan te sporen tot een dergelijk handelen waarbij ze op een welwillende God mogen rekenen.

Hier wil de Heer Jezus hen aanmoedigen om altijd te bidden zonder te verslappen, al lijkt het antwoord uit te blijven en het kwaad toe te nemen. Als een onrechtvaardige rechter al tot een uitspraak komt, al is het nog zo uit eigen belang, zal God dan de aanhoudende bidder laten roepen zonder er aandacht aan te schenken?

Er spreekt echt geloof uit het dag en nacht roepen tot God, ook al wacht Hij met te antwoorden. Dat is niet om de belofte te vertragen, maar vanwege de werkzaamheid van Zijn goedertierenheid, waardoor Hij zondaars tot bekering leidt, opdat ook zij gered worden (2Pt 3:9). Wat de bidder betreft, hij heeft volharding nodig tot het antwoord komt. Als er ergens geloof gevonden wordt dat aannemelijk is voor Hem Die het zoekt, zal het niet beschaamd of teleurgesteld worden.

Maar zál de Zoon des mensen wel geloof vinden als Hij komt? Hoeveel discipelen zullen er uiteindelijk zijn die echt vasthouden aan het werkelijke vertrouwen op God? Hoeveel zullen er leven in hetzelfde geloofsvertrouwen dat in de weduwe zichtbaar is geworden? We leven in de eindtijd met weinig echte discipelen waarin de echte discipelen zwaar onder druk worden gezet om het geloof prijs te geven. Hebben wij het geloof dat God ons werkelijk recht zal verschaffen al hebben we de schijn tegen? Wie de werkelijk rechtvaardigen zijn, wordt in de volgende gelijkenis door de Heer duidelijk gemaakt.

Copyright information for DutKingComments