Luke 2:1

De inschrijving

Na de verschillende aankondigingen die God door een engel heeft laten doen als voorbereiding op het zenden van Zijn Zoon, gaat het gebeuren: God gaat “Zijn eigen Zoon in een [gedaante] gelijk aan het vlees van [de] zonde” zenden (Rm 8:3). Hij gaat Zijn eerstgeboren Zoon in de wereld inbrengen (Hb 1:6). In die dagen van voorbereiding spreekt God niet alleen door een van de machtigste engelen van de hemel, Gabriël, maar Hij werkt ook door de machtigste mens op aarde, “keizer Augustus”. Gabriël deed graag wat God Hem opdroeg. Keizer Augustus heeft er niet het geringste besef van dat God hem gebruikt.

Keizer Augustus laat een bevel uitgaan dat het hele aardrijk waarover hij heerst, moet worden ingeschreven. Hij doet dat met het oog op te betalen belastingen. Dat deze keizer daartoe de macht heeft, maakt de stand van zaken duidelijk zowel in Israël als in de wereld. Keizer Augustus regeert in Israël. Het laat zien dat de opperheerschappij in handen van de volken ligt, zoals door Daniël is aangekondigd (Dn 2:37; vgl. Ne 9:36) en het laat de afwezigheid van de troon van God op aarde zien.

Toch zien we, zoals al is aangegeven, op een indrukwekkende manier Wie er werkelijk regeert. De heidense machthebber Augustus houdt in geen enkel opzicht rekening met God. Hij wil controle over alle mensen uitoefenen. Hij zoekt zijn eigen eer en rijkdom en niet de eer van God. We zien hoe God dit hoogmoedige plan van deze heidense heerser gebruikt om Zijn eigen plan te vervullen.

Als het om de belangen en de heerlijkheid van de Heer Jezus gaat, is de mens Augustus met al zijn macht en keizerlijke heerlijkheid slechts een werktuig in de handen van God om Zijn raadsbesluiten te vervullen. Dat het werkelijk zo is dat God hier Zijn hand in heeft, blijkt wel uit het feit dat de aangekondigde inschrijving voorlopig helemaal niet plaatsvindt wanneer het raadsbesluit van God aangaande de geboorte van Zijn Zoon is vervuld. God neigt harten van koningen als waterbeken (Sp 21:1), opdat zij doen wat Hem past. Wat is het ook voor ons machtig om te weten dat God boven alles staat en alles werkt naar de raad van Zijn wil tot uitvoering van Zijn heerlijke plannen die tot zegen van Zijn volk zijn.

Niemand verzet zich tegen het bevel van de keizer. Ze gaan allen op reis naar de stad waar ze geboren zijn. Iedereen moet gehoorzamen. Zo groot is de macht van de keizer, die in het verre Rome zetelt. Het toont de volkomen vernedering en dienstbaarheid van Gods volk. Vanwege hun zonden zijn ze met lijf en goederen slaven van de heidenen (Ne 9:36-37).

Nu komt de ware bedoeling van God met deze door de keizer bevolen inschrijving. Het bevel geldt ook voor de inwoners van Judéa. Daarom gaat ook Jozef op reis. Hij is slechts een dienaar van de keizer en moet doen wat deze zegt. Deze nazaat van koning David heeft evengoed te gehoorzamen aan dit bevel als iedere andere Israëliet. Er wordt voor hem geen uitzondering gemaakt. Toch wordt door zijn gehoorzaamheid aan dit bevel alleen maar het wonderbare raadsbesluit van God vervuld. Daardoor zal immers de Heiland-Koning geboren worden in de stad waar deze gebeurtenis naar het getuigenis van God moet plaatsvinden.

Uitvoerig beschrijft Lukas waar Jozef vandaan komt, waar hij heengaat en waarom. Om deze Jozef daarheen te laten gaan zet God het hele aardrijk dat onder het bestuur van een heidense vorst staat in beweging. God had evengoed tegen Jozef kunnen zeggen dat hij even naar Bethlehem moest verhuizen. Maar de omstandigheden waarin Gods handelen plaatsvindt, moeten ons onder de indruk brengen van Gods opperheerschappij die Hij gebruikt tot welzijn van Zijn volk. Hij werkt Zijn plan uit, zonder dat mensen en soms ook de Zijnen weten hoe Hij daarbij te werk gaat. Achteraf zien de Zijnen hoe Hij alles heeft bestuurd tot hun welzijn.

Ook Maria moet naar Bethlehem. Jozef is nog niet met haar getrouwd, maar er is wel vastgelegd dat zij bij elkaar horen. Maria is naar het woord van de engel zwanger. In haar draagt ze de Heer Jezus.

Copyright information for DutKingComments