Luke 2:49

In de dingen van Zijn Vader

Het duurt nog drie dagen voordat Jozef en Maria Hem vinden. Het lijkt erop dat ze ook niet als eerste plaats aan Jeruzalem en de tempel hebben gedacht als plaatsen waar Hij kon zijn. Zij zijn niet als Simeon en Anna die daar door de Geest werden gebracht. De Heer Jezus verblijft waar God tegenwoordig is en waar Gods Woord wordt overdacht, waar mensen zich dag en nacht wijden aan de studie van Gods gedachten.

Zo weinig zijn ze nog op de hoogte van wat Hem werkelijk beweegt, dat ze vermoedelijk pas als allerlaatste plaats om te zoeken naar de tempel gaan als mogelijkheid om Hem daar te vinden. De verbazing moet van hun gezicht te lezen zijn geweest als ze Hem daar te midden van de leraren van Israël zien zitten. Maar let op Zijn houding tegenover de leraren, hoe gepast die is voor een Jongen van twaalf jaar, Die toch de eeuwige God is. Hij luistert naar hen en stelt hun vragen. Veel jaren later zullen zij Hem hun vragen stellen, maar dan om Hem te verzoeken en een aanleiding te vinden om Hem te veroordelen.

Door deze eenvoudige Jongen heen wordt voor allen die Hem horen iets openbaar wat ze niet kunnen verklaren, maar wat hen buitengewoon verbaast. Ze zien een gewone Jongen Die tegelijkertijd bovennatuurlijke eigenschappen openbaart. Hij is Dezelfde Die Stéfanus de wijsheid en de geest geeft om daardoor te spreken op een manier die zijn tegenstanders niet kunnen weerstaan (Hd 6:10). Even later zien de tegenstanders van Stéfanus hoe zijn gezicht er uitziet als het gezicht van een engel (Hd 6:15). Dit laatste is bij de Heer Jezus niet het geval. Er is niets bijzonders aan Hem te zien, “gestalte of glorie” heeft Hij niet (Js 53:2), maar wat Hij zegt, maakt grote indruk.

Zijn ouders verbazen zich erover dat Hij Zich daar bevindt. Maria slaakt een zucht van verlichting dat ze Hem eindelijk hebben gevonden en maakt Hem een verwijt dat Hij hen zo heeft laten zoeken. Ze spreekt over Jozef als “Je vader”, waarmee ze aangeeft dat ze is vergeten Wie Zijn Vader is. Dat is tegelijk de reden waarom ze Hem eerst niet kon vinden.

Het antwoord dat Hij geeft, zijn de eerste woorden die we in het Nieuwe Testament uit Zijn mond horen. Het zijn woorden die duidelijk maken waar het in Zijn leven om gaat. Zijn eerste woorden houden in dat Hij gemakkelijk te vinden is voor wie Hem kennen. Wie weet waar het bij Hem om gaat, hoeft niet lang te zoeken. Het probleem van Maria en Jozef is dat zij zo hun eigen opvattingen hebben over Wie hun Kind is. Ze denken er niet aan dat Hij met een opdracht op aarde is gekomen en dat Hij voor het vervullen daarvan voortdurend omgang met Zijn Vader heeft.

De Heer Jezus is Zich volmaakt bewust van Zijn juiste handelwijze. Hij vermaant Zijn moeder niet rechtstreeks, maar in zachtmoedige nederigheid wijst Hij haar terecht met vragen die haar erop wijzen waarom Hij op aarde is. Als ze dat had beseft, had ze geweten dat Hij in de tempel is. Ze is zelf ook naar Jeruzalem gekomen omdat ze wist dat God het vroeg. Ze is ook weer weggegaan omdat aan de verplichtingen was voldaan. Hij is altijd in de dingen van Zijn Vader en daarom is Hij daar gebleven.

Wat Hij zegt, de vragen die Hij stelt, dringt niet tot hen door. Dat komt omdat ze te weinig gericht zijn op de dingen die Hem bezighouden.

De vragen die de Heer aan Zijn ouders stelt, zijn vragen die kinderen altijd aan hun ouders kunnen stellen. Het is een vragen naar het waarom van de dingen die ouders doen (vgl. Ex 12:26; Jz 4:6). Wat antwoorden wij als onze kinderen vragen waarom we naar de gemeente gaan, of waarom we niet gaan? Wat antwoorden wij als ze ons vragen waarom we wel, of niet, in de Bijbel lezen? Allemaal vragen die ons als ouders soms stilzetten, om erover na te denken hoe ons leven met de Heer er uitziet.

Copyright information for DutKingComments