Luke 23:34

Gebed voor Zijn vijanden en bespot

Midden in de verwerping zien we hoe de Heer Zich tot Zijn Vader richt en Hem vraagt Zijn moordenaars te vergeven omdat ze niet weten wat ze doen. Is dat geen onbegrijpelijke genade? Er komt geen woord van wraak over Zijn lippen, maar een woord waaruit Zijn liefde voor dit volk straalt. Het eerste kruiswoord is er een van vergeving. Hij richt Zich in dit gebed tot Zijn Vader.

Op grond van deze voorbede houdt Petrus zijn rede tot de Joden nadat de Heilige Geest is uitgestort (Hd 3:17). Ook de bekering van Saulus, de christenhater en christenvervolger, vindt plaats op grond van dit gebed (1Tm 1:13). Zouden wij gezegd hebben dat ze niet wisten wat ze deden? De Heer zegt het en daarom is het zo. Ten diepste hebben ze het niet geweten, want anders hadden ze de Heer der heerlijkheid niet gekruisigd (1Ko 2:8).

Terwijl de Heer bidt, maken de soldaten er een spel van om Zijn kleren te verdelen. Het was het enige wat Hij naliet. Het volk staat het allemaal aan te zien. Ook aan het kruis laten Zijn vijanden Hem niet met rust. Vergenoegd zien de oversten op het resultaat van hun inspanning. Het is hun toch maar gelukt Hem uit de weg te ruimen. Ze laten niet na Hem hun beschimpingen toe te roepen en uit te dagen Zichzelf te verlossen. Hij heeft immers ook anderen verlost? Hun opmerking dat Hij anderen heeft verlost, is waar. Ze getuigen met deze opmerking van Zijn werk van genade onder hen, maar het heeft in hun hart niets gedaan.

Ze drijven de spot met het feit dat Hij de Christus van God is. Laat Hij het maar bewijzen door Zichzelf te verlossen. Ze spreken dingen uit waarvan ze in geen enkel opzicht ook maar enigszins de waarheid vermoeden. Hij ís de Uitverkorene, hoewel alles daartegen spreekt als Hij daar als de Ellendige aan het kruis hangt en een toonbeeld is van verachting en zwakheid.

Het heeft er alle schijn van dat God niets met Hem te maken wil hebben en het heeft er alle schijn van dat de godsdienstige leiders gelijk hebben dat Hij een misleider is. Maar juist in deze momenten is Hij bij uitstek de Uitverkorene van God, de Man Die volkomen beantwoordt aan alles wat God van een mens vraagt. Omdat Hij anderen wil verlossen, kan Hij Zichzelf niet verlossen.

De soldaten doen mee met het bespotten van Hem. Ze komen naderbij en bieden Hem zure wijn aan. Mogelijk moeten we ons hierbij voorstellen dat zij de zure wijn vlak bij Zijn lippen brengen, zonder dat Hij er echt aan kan komen. Dit is voor een door dorst gekwelde een tantaluskwelling. Dat de Heer gekweld werd door dorst, lezen we in Psalmen (Ps 22:16). Lukas vermeldt niet hoe de Heer hierop reageert. Het gaat hem om de schildering van de mens die zich onder aanvoering van de satan op de gruwelijkste wijze tegen de Christus van God keert.

Terwijl de oversten de Heer uitdagen Zichzelf te verlossen en daardoor te laten zien dat Hij de Christus is, dagen de soldaten Hem uit Zichzelf te verlossen en daardoor te laten zien dat Hij de Koning der Joden is. Het opschrift dat boven Hem als een bespotting is geplaatst, luidt: “Deze is de Koning der Joden.” En dat is Hij ook. In Zijn schande wordt Zijn heerlijkheid openbaar, ondanks de wil van de mens om Hem tot in het diepst te vernederen. Straks zal Hij Zich als Koning openbaren.

Voor de derde keer klinkt de spottende uitdaging Zichzelf te verlossen. Dit keer komt het van een van de gehangen boosdoeners die Hem ook als de Christus toeroept het te doen en dan tegelijk ook hem te verlossen. Deze boosdoener denkt alleen aan een bevrijding voor nu. Het is geen vraag van een oprecht hart, maar een lastering. Ook deze man, zo vlak voor de poort van de dood, schaart zich bij de lasteraars van de Heer. De haat van de goddeloze mens is zo groot, dat hij zelfs in zijn doodslijden de Heer belastert.

Copyright information for DutKingComments