Luke 3:5

De dienst van Johannes de doper

In de zojuist beschreven omstandigheden komt het woord van God tot Johannes. Dit is een gebeurtenis van groot belang. Vierhonderd jaar lang was er geen profeet tot Israël gekomen met het woord van God. Het woord van God komt tot Johannes in de woestijn en niet tot de godsdienstige leiders in het godsdienstig centrum Jeruzalem. Daar kan God niet meer terecht met Zijn woord, want de leiders bepalen hun eigen koers en hebben zich voor Zijn roepstem afgesloten. De woestijn is de plaats die beantwoordt aan de geestelijke toestand van het volk. Hier begint de dienst van de profeet Johannes. Een profeet wordt vooral gezonden door God als het volk in verval is.

Eerdere profeten hebben opgeroepen tot terugkeer naar de wet die zij gebroken hebben. Johannes gaat daar niet mee door. Hij roept op tot bekering. De mensen moeten inzien dat ze op grond van de wet hopeloos verloren zijn.

Het terrein van zijn prediking is niet de tempel of Jeruzalem. Hij heeft zich afgescheiden van het godsdienstig centrum. Hij predikt bij de Jordaan, het symbool van de dood en opstanding van de Christus van Wie hij de voorloper is en naar Wie hij in zijn prediking verwijst. In zijn prediking roept hij op tot bekering om vergeving van zonden te ontvangen en zich te laten dopen. De doop voegt iemand bij Christus, de doop plaatst iemand aan Zijn kant.

Er is wel een verschil tussen de doop van Johannes en de christelijke doop. De doop van Johannes voegt bij een levende Messias. De christelijke doop voegt bij een verworpen en gestorven Christus (Rm 6:3). Johannes doopt in verbinding met bekering en vergeving van zonden. Alleen op die manier kan iemand werkelijk bij Christus worden gevoegd. Tevens nemen zij die zich laten dopen afstand van het goddeloze volk. Zij vormen een overblijfsel dat uitziet naar Christus. De prediking en doop van Johannes zijn gericht op een geestelijke voorbereiding van de harten om de Messias te ontmoeten.

Het optreden van Johannes is voorzegd, niet ‘in het boek van de profeet Jesaja’, maar “in het boek van de woorden van de profeet Jesaja”. Door de toevoeging “van de woorden” legt Lukas er de nadruk op dat elk woord van dat boek geïnspireerd is. Het gaat niet alleen om de grote lijn, maar om elk woord. Dat zien we ook in deze aanhaling. Met de komst van de Heer Jezus is deze profetie vervuld. Johannes is slechts een stem. Hij verdwijnt geheel bij Hem Die hij aankondigt.

De aanhaling van Jesaja stelt Johannes voor als “een roepende in de woestijn”. En wat roept Johannes? Hij roept het volk op om de weg van de Heer, dat is Jahweh, de Naam van God als de God van het verbond met Zijn volk, te bereiden. De Heer Jezus is Jahweh van het Oude Testament. Johannes roept het volk op zich voor te bereiden om Jahweh, Die in Christus zal komen, te ontvangen. Deze voorbereiding moet in het hart gebeuren en in de praktijk uitgewerkt worden in het gaan van rechte paden. Daartoe predikt hij de doop van bekering tot vergeving van zonden.

De komst van Christus heeft een omvangrijk en verstrekkend gevolg dat zich niet tot Israël beperkt. Lukas, onder de leiding van de Heilige Geest, spreekt over “elk dal” en over “elke berg” en over “alle vlees”. In Mattheüs, Markus en Johannes gaat de aanhaling niet zover. Lukas begint wel met de Joden, maar hij laat het niet bij hen; hij heeft alle volken op het oog. Daarom voegt de Heilige Geest er in de Lk 3:5-6 bijzondere uitdrukkingen van uitgestrektheid en veelomvattendheid bij. Hij Die komt, is niemand minder dan God geopenbaard in het vlees. Daarom is de behoudenis die door Hem komt niet beperkt tot Israël, maar komt tot “alle vlees”. Deze genade voor alle mensen is het bijzondere onderwerp van Lukas.

Copyright information for DutKingComments