Luke 4:22

Woorden van genade niet aangenomen

Allen getuigen van Hem, allen spreken over Hem, Hij is het onderwerp van hun gesprek. Wat ze hebben gehoord, is zo heel anders dan wat ze altijd horen. Met de stem van de wet zijn ze bekend. Nu horen ze iets wat nooit eerder op dergelijke wijze is gesproken. Ze horen Iemand Die woorden van genade spreekt. Dat erkennen zij, ze proeven iets van de rijkdom van de genade. Toch zien ze in Hem niet meer dan een gewoon mens. Ze kennen Hem als de Zoon van Jozef. Hoe is het mogelijk dat deze eenvoudige Man Die ze hebben zien opgroeien, zulke woorden kan spreken?

Ze zijn er helaas blind voor dat Hij God is in de volheid van Zijn Persoon. Alleen het geloof ziet hier de afhankelijke Mens Die vol is van de Heilige Geest en in de kracht van de Geest handelt en spreekt en overstroomt van genade voor mensen. Om dat geloof te bezitten is het noodzakelijk zichzelf eerst te zien als een arme van geest die het evangelie nodig heeft om daar vervolgens als een blinde en gevangene en verbrokene een beroep op te doen.

Zo zien de mensen van Nazareth zichzelf niet en daarom verwonderen zij zich over die woorden van genade. Het is geen gelovige verwondering, maar een verwondering die voortkomt uit ongeloof, in de zin dat het toch niet mogelijk kan zijn dat zo Iemand zulke woorden spreekt. Ze struikelen over Hem omdat Hij voor hen slechts een gewone timmermanszoon is. De woorden van genade zijn aan hen niet besteed. Israël is helemaal niet berekend op genade. Zij zijn immers Gods uitverkoren volk? Maar Lukas stelt alles en iedereen op de grondslag van de genade. Alleen via de genade is er zegen mogelijk, zowel voor Gods volk als voor de heidenen.

De Heer weet dat zij wel onder de indruk zijn van de woorden van genade die Hij heeft gesproken, maar dat hun harten en gewetens niet overtuigd zijn. De oorzaak daarvan is dat zij uit zijn op het zien van wonderen. Ze hebben gehoord van dingen die Hij in Kapernaüm heeft gedaan. Zij willen wel dat Hij zulke dingen ook eens bij hen doet. Ze willen graag tekenen en wonderen zien. Hij kent hun hart en weet wat ze tot Hem zullen zeggen. Hij weet dat ze Hem zullen uitdagen voor Zichzelf op te komen (vgl. Lk 23:39; Mt 27:40). Ze willen dat Hij Zichzelf waarmaakt door het doen van wonderen en tekenen.

Wonderen en tekenen zijn echter nooit een doel op zichzelf, maar zijn altijd een bijkomstige zaak. Ze ondersteunen en begeleiden de prediking om die te bekrachtigen als een woord dat werkelijk van God komt. Hij komt het Woord van God brengen en dat willen ze van Hem, Die ze zo goed menen te kennen, niet aannemen. De Heer deelt hierdoor in het algemene lot dat alle profeten hebben ondergaan. Op de plaatsen waar ze het meest bekend zouden moeten zijn, zijn ze het minst geacht. In de verwerping van alle eerdere profeten is Hij ook al verworpen. Nu komt Hij Zelf naar Zijn volk en in Zijn schepping, maar Hij wordt niet gekend en niet aangenomen. Hij is het “aangename” jaar van de Heer komen prediken, maar Hij is niet “aangenaam” (hetzelfde woord) in Zijn vaderstad. Als Hij niet “aangenaam” is, kan er ook geen “aangenaam jaar” van de Heer komen.

Copyright information for DutKingComments