Luke 5:24

Genezing van een verlamde

De Heer gaat voort met het dienen van mensen. Dat zien we in deze geschiedenis, waarin een nieuw element naar voren komt dat van belang is voor het vormen van onderdanen van het koninkrijk. In de beide vorige geschiedenissen gaat het om iets wat weggenomen moet worden: vrees vanwege de zonde en melaatsheid als een beeld van de zonde. In deze geschiedenis gaat het ook om iets wat weggenomen wordt, maar ook om iets wat gegeven wordt. De zonden worden vergeven en er wordt kracht gegeven.

Voor de derde keer in dit hoofdstuk wordt een geschiedenis ingeleid met de woorden “het gebeurde” (Lk 5:1; 12). Als de Heer ergens is, ‘gebeurt’ er altijd iets. Wat gebeurt, vloeit voort uit Zijn onderwijs. Eerst worden de omstandigheden geschilderd. De Heer is aan het leren. Onder Zijn gehoor bevinden zich farizeeën en wetgeleerden die van heinde en verre gekomen zijn om Hem te horen. Ook is de kracht van de Heer aanwezig om gezond te maken. Het is een tafereel vol geestelijk leven.

Dan zien we vier mannen die hun verlamde vriend op een bed bij de Heer willen brengen. Deze mannen zijn met de verlamde begaan. Ze vervoeren hem op een bed, dat wil zeggen dat ze hem niet naar de Heer slepen, maar een middel gebruiken dat voor de verlamde prettig is. Ook weten ze dat de enige kans op genezing bij Hem te vinden is. Daarom moet hij daarheen. Ze zetten zich voor hun vriend in en handelen in geloof in Christus.

Als ze op de plaats komen waar Hij is, vinden ze een menigte die de weg naar Hem blokkeert. Vaak vormen mensen een blokkade om tot Christus te gaan. Maar hun geloof is volhardend en vindingrijk. Als het niet op de gewone manier kan, door de deur, dan maar op een ongewone manier, via het dak. De vrienden breken het dak open en laten het bed met hun verlamde vriend erop voor de Heer neerzakken. Daar wilden ze hem brengen en daar is hij dan.

De Heer Jezus heeft in de geest het hele handelen van de vrienden gevolgd. Hij kent en ziet hun geloof. Hij beantwoordt hun geloof door tot hun vriend die geweldige en weldadige woorden van vergeving te spreken. Hij ziet het ware probleem van hun vriend en dat lost Hij eerst op. Mogelijk dat zijn verlamming het gevolg is van een bepaalde zonde. De melaatse in de vorige geschiedenis had reiniging nodig. Deze mens heeft vergeving nodig. Melaatsheid heeft tot gevolg dat er geen omgang met anderen mag zijn, want een melaatse is een uitgestotene. Bij deze mens zien we dat de zonde verlamt, waardoor er geen omgang met anderen kan zijn.

Dit woord over vergeving van zonden brengt de schriftgeleerden en farizeeën in verweer. Ze horen iets wat hun als lastering in de oren klinkt. Dit past niet in hun theologie. Alleen God kan zonden vergeven. Wie meent Deze wel dat Hij is? Het is hun duidelijk dat hier Iemand aan het woord is Die Zich aanmatigt God te zijn. In hun opmerking dat alleen God zonden kan vergeven, hebben ze volkomen gelijk. Tegelijk zijn zij met al hun theologische kennis stekeblind voor de heerlijkheid van de Heer Jezus, dat Hij, Die voor hen staat, waarachtig God is. Ze hoeven hun afkeer van Hem niet hardop uit te spreken om Hem te laten weten wat er in hen omgaat. Als de waarachtige God kent Hij de overleggingen van hun harten. Door dit uit te spreken bewijst Hij Wie Hij is.

Hij zet hen met enkele vragen op hun plaats. Wat zou er voor hen gemakkelijker zijn om te zeggen: uw zonden zijn vergeven, of: sta op en loop? Voor deze mensen is zowel het een als het ander onmogelijk. Voor Hem is het beide mogelijk. Alleen God kan zonden vergeven. De Heer Jezus vergeeft ze. Hij is God, maar Hij vergeeft ze als de Zoon des mensen, als Hij Die op aarde is om daar Gods goedertierenheid te brengen. Hij vergeeft niet alleen, Hij geneest ook. Daarmee laat Hij zien dat Hij de Messias is, want Hij vervult wat in Psalm 103 geschreven staat: “Die al uw ongerechtigheid vergeeft, Die al uw ziekten geneest” (Ps 103:3). Hij is het bewijs dat God Zijn volk bezoekt.

Hij beveelt de man zijn bed op te nemen en naar zijn huis te gaan. Het resultaat is er direct. De man staat voor hun ogen op. Met de woorden die de Heer spreekt, geeft Hij de man ook de kracht om te gehoorzamen. De man gaat niet zitten overleggen of hij het wel zal kunnen. Hij gelooft Zijn woord en hij doet het.

De farizeeën en schriftgeleerden nemen het waar. Ze kunnen dit wonder niet loochenen, maar het verandert niets aan hun vijandschap. Ze komen er niet door tot bekering. De vergeven en genezen mens draagt het volle resultaat van wat de Heer heeft gedaan met zich mee. Zijn hart is bevrijd en zijn lichaam hersteld. Hij draagt nu zijn bed dat hem heeft gedragen. De Heer heeft hem zijn zonden vergeven en hem kracht gegeven om te lopen. Zo gaat hij naar zijn huis, terwijl hij God verheerlijkt. Wat zal hij thuis hebben verteld over alles wat de Heer Jezus heeft gezegd en gedaan! Het eerste terrein waar Gods eer moet worden vermeld, is het terrein waar we ‘thuis’ zijn.

Allen die hebben gezien wat er is gebeurd, worden door ontzetting bevangen. Ze verheerlijken God en tevens vervult vrees hen. Ze hebben innerlijk geen deel aan Christus. Ze horen woorden met hun oren en nemen gebeurtenissen waar met hun ogen, maar het heeft geen effect op hun hart. Het enige wat ze zeggen, is dat ze vandaag ongelooflijke dingen hebben gezien. Ze zijn mensen van de dag. De indrukken zijn morgen weer vervaagd.

Copyright information for DutKingComments