Luke 5:8

Vissers van mensen

Simon Petrus erkent dat de Heer de vissen in het net heeft gebracht. Hij ziet zich plotseling geplaatst tegenover de almachtige en alwetende God. Het bewijs van Zijn macht brengt hem op de knieën. In Zijn licht ziet hij zichzelf als een zondig mens. Hij erkent dat hij niet bij Hem thuishoort. Tegelijk is hij aan de knieën van de Heer. Hij is dicht bij Hem. Daardoor voelt hij aan dat de Heer hem niet zal wegsturen. Hij weet dat de Heer een gebroken geest aanvaardt en een verbrijzeld en verslagen hart niet veracht (Ps 51:19). Deze overtuiging is het werk van de Heilige Geest. De Heilige Geest stelt de grootheid van Christus voor. De mens die dat ziet, zal zichzelf als zondaar zien.

Tegelijk stelt de Heilige Geest ook de aantrekkelijkheid van Christus voor. Hij is de Mens voor Wie het woord uit Spreuken 19 volmaakt geldt: “Het verlangen van de mens is zijn goedertierenheid” (Sp 19:22). Dit woord kan wel als opschrift boven dit evangelie, dat Hem als Mens voorstelt, worden gezet. De Heer is vol goedertierenheid om overtuigde zondaars te ontvangen. Hij verlangt naar hen. De mens die dat ziet, weet dat Hij een overtuigde zondaar niet verstoot, maar juist aanvaardt. Meerderen hebben gezegd dat ze gezondigd hebben of dat ze een zondig mens zijn, maar dat niet gedaan aan de knieën van de Heer Jezus, in vertrouwen in Hem en daarom hebben ze nooit vrede gevonden.

De boot van Petrus is twee keer in een etmaal het meer op gevaren. Een keer in de nacht, want dan is de kans op een goede vangst het grootst, en een keer overdag, wanneer de kans op een goede vangst aanzienlijk kleiner is. De omgeving is dezelfde bij beide gelegenheden, de mannen ook en ook het gereedschap. Slechts één ding is anders: de tweede keer is Christus aan boord. Dat maakt het grote verschil in het resultaat.

Verbazing over de grote vangst heeft Simon en allen die bij hem zijn, aangegrepen. Het maakt diepe indruk op hen. Jakobus en Johannes worden nog met name genoemd. Het zijn vakbroeders van Simon en zelfs compagnons. Ze delen in de vangst en in de verbazing. Ze zullen ook door de Heer worden geroepen om Hem te volgen, tegelijk met Petrus.

Roeping is altijd een persoonlijke roeping. Lukas laat horen hoe de Heer Simon roept. Hetzelfde geldt ook voor de anderen. De Heer stelt Simon, die aan Zijn knieën ligt, gerust. Hij hoeft niet bang te zijn voor Zijn grootheid. Zien op Christus en op Zijn woord vertrouwen betekent ruimte geven aan de volmaakte liefde die de vrees uitdrijft (1Jh 4:18). Tegelijk is dit de juiste houding waarmee de Heer verder kan. Daarom zegt Hij vervolgens tegen Petrus dat hij vanaf dit moment een visser van mensen zal worden. Door de persoonlijke ervaring die Petrus heeft opgedaan, kan hij nu mensen gaan vangen door hen onder de indruk te brengen van de grootheid van Christus en van hun eigen zondigheid.

De vissers maken hun dagelijkse werk netjes af, ze trekken de schepen aan land. Dan verlaten ze alles en volgen Hem. Het staat er zo eenvoudig, maar wat een gebeurtenis! De ontmoeting met de Heer Jezus en Zijn roeping hebben een enorme verandering in hun leven tot gevolg. Er is geen overweging, geen vraag om eerst afscheid te nemen. De roeping van de Heer is bepalend. De gevolgen ervan kunnen ze aan Hem overlaten.

Copyright information for DutKingComments