Luke 6:12

Twaalf discipelen uitgekozen

Tegenover de toenemende haat van de leidslieden zoekt de Heer de eenzaamheid voor gemeenschap met Zijn God. Zo deed Hij ook toen allen Hem zochten om genezen te worden (Lk 5:15-16). In alle omstandigheden is het gebed de toevlucht van deze afhankelijke Mens. In plaats van te worden tegengehouden door de haat van de godsdienstige leiders, breidt de Heer de instrumenten van de genade uit. Hij betrekt anderen in dit werk omdat Hij door hen alle mensen met het evangelie wil bereiken.

Hij roept Zijn discipelen bij Zich na een nacht van gebed. Geen van de profeten die door God naar Zijn volk zijn gezonden, heeft anderen bij zich geroepen om ze vervolgens uit te zenden. Hij kan dat wel krachtens Zijn majesteit, maar Hij doet het als de afhankelijke Mens. Hij kent de wil van Zijn Vader. Daarom vergist Hij Zich niet als Hij ook Judas Iskariot uitkiest.

Hij omringt Zich hier met harten die trouw zijn aan God, de geroepenen van Zijn genade. Hij noemt hen “apostelen”, dat betekent ‘gezondenen’. Hij gaat hen uitzenden. Dat doet Hij enkele hoofdstukken verder en ook nadat Hij naar de hemel is gegaan. Als de apostelen van het Lam zullen zij voortzetten wat Hij is begonnen.

In elke opsomming van de twaalf discipelen die we in de evangeliën hebben, wordt Simon het eerst genoemd. De Heer geeft hem de naam Petrus. Dat wijst op het gezag van de Heer. Personen die boven anderen staan, hebben de macht namen te geven of te veranderen (Gn 2:19; Dn 1:6-7). De tweede is zijn broer Andréas. Het is mooi om met een broer de Heer te mogen dienen. Er is een familierelatie, een geloofsrelatie en een dienstrelatie. Die drie relaties zien we ook bij de volgende twee discipelen, de broers Jakobus en Johannes.

Filippus wordt in elke opsomming als vijfde genoemd en staat daarmee aan het hoofd van de tweede groep van vier discipelen. Deze tweede groep bestaat in elke opsomming van de twaalf discipelen uit dezelfde vier discipelen, waarbij de volgorde onderling wel wisselt. Bartholomeüs is waarschijnlijk dezelfde als Nathanaël die door Filippus bij de Heer is gebracht (Jh 1:45-51; Jh 21:2). Daardoor zal er een nauwe verbinding tussen hen zijn geweest. Mattheüs is de schrijver van het evangelie, ook bekend als Levi, de ex-tollenaar. Thomas heet ook Didymus, dat tweeling betekent (Jh 21:2). Dat lijkt erop te wijzen dat hij een tweelingbroer heeft. Van zijn broer weten we niets, van Thomas weten we dat Hij de Heer is gevolgd.

Jakobus, de zoon van Alfeüs, is de eerste van de derde groep van vier discipelen. In die groep is ook Simon, de Zeloot. De Zeloten – letterlijk: ijveraars – waren volgelingen van Judas de Galileeër, die verklaarde dat men belastingen alleen aan God en niet aan de Romeinen diende te betalen. Het is opmerkelijk dat de Heer zowel een Mattheüs, die belastingen voor de Romeinen inde, als een Simon, die dat bestreed, tot Zijn discipelen maakt. Zij die van nature vijanden zijn, worden in hun liefde voor de Heer vrienden. De Heer roept ook Judas. Met het oog op hem zal Hij zeker in het gebed met Zijn Vader hebben gesproken. Als Judas wordt geroepen, is hij nog niet de verrader, maar hij zal het worden.

Copyright information for DutKingComments