Luke 6:26

‘Wee’

Hier spreekt de Heer over een tegenovergestelde klasse van mensen. Het zijn mensen over wie Hij het “wee” uitspreekt. In de bergrede horen we dit niet. Dit zijn de mensen van de wereld, die zich aan haar vreugden en genoegens overgeven. Over hen spreekt Hij het “wee” uit, zoals Hij over de anderen het “gelukkig” uitspreekt. Het verschil wordt gemaakt door het wel of niet volgen van Hem. Hoewel het over een andere klasse van mensen gaat, spreekt Hij nog steeds tot “u”. Hij wil de discipelen ook dat op het hart binden.

Hij spreekt over de rijken in tegenstelling tot de armen in Lk 6:20. De armen zijn de armen in algemene zin. Zo zijn ook de rijken de rijken in algemene zin. Niet alleen de materieel rijken, maar ook zij die rijk zijn aan geestelijke vermogens en daardoor menen op anderen te kunnen neerzien. Zij hebben later geen troost nodig, want zij leven al met de voor hen ‘troostrijke’ gedachte dat ze het helemaal hebben gemaakt en dat zonder God.

Hetzelfde geldt voor hen die verzadigd zijn. Zij hebben alles wat hun hart begeert. Ze vinden ook dat ze er voor anderen zijn geweest, waardoor ze ook innerlijk volle genoegdoening ervaren. Alle ellende in de wereld kunnen zij niet verhelpen, maar ze hebben toch maar gedaan wat ze konden. Aan God denken ze echter niet. Daardoor gaan ze eraan voorbij dat alle ellende in de wereld het gevolg is van de zonde van de mens die ook in hen is.

Er komt een tijd dat het afgelopen zal zijn met hun zelfvoldaanheid. Ook allen die het leven als een groot lachfestijn zien, zullen ontnuchterd worden. We kunnen denken aan carnaval. Mensen sparen er een jaar voor, leven ernaar toe en gooien alle remmen los als het zover is. Voor hen zou het hele leven carnaval mogen zijn. Ze gaan aan Gods rechten op de mens voorbij. Ook denken ze er niet aan dat door de zonde van de mens de wereld de Zoon van God heeft verworpen.

Wie niet in verbinding met Christus leeft, kan kort lachten, maar zal eeuwig treuren en huilen. De enige troost die deze mensen hebben, is het leven dat zij op dit moment op aarde genieten. De gelovigen daarentegen zullen met een eeuwige vertroosting worden vertroost als ze bij de Heer Jezus zijn (Lk 16:25).

De Heer waarschuwt ervoor dat een ware discipel niet door alle mensen wordt gewaardeerd. Door alle mensen gewaardeerd worden vormt een groot contrast met hen van wie de naam als slecht wordt verworpen ter wille van de Zoon des mensen (Lk 6:22). Als alle mensen goed van iemand spreken, is die persoon een draaier, iemand die met iedereen meepraat en overal goed doet en zo meent iedereen tot vriend te hebben. Iemand op het verkeerde wijzen is er bij hen niet bij en zeker niet de prediking van het oordeel van God over de zonde. Zulke mensen lijken op de valse profeten die zeggen wat het volk graag hoort (Mi 2:11). Zulke profeten liggen goed bij het volk, maar niet bij God.

Copyright information for DutKingComments