Luke 8:45

De bloedvloeiende vrouw

In de menigte is nog iemand met een nood. Het is een vrouw die twaalf jaar lang bloedverlies heeft geleden. Zij heeft zich verborgen gehouden. Haar bloedvloeiing maakte haar onrein (Lv 15:19-27) en ook ongeschikt voor de eredienst. De vrouw mocht niet mee-eten van het vredeoffer. Ze was daarvan verstoten, al twaalf jaar lang.

In verbinding met de leeftijd van de dochter van Jaïrus – zij was immers twaalf jaar – laat het zien dat het volk zijn hele geschiedenis lang, vanaf zijn begin, onrein is geweest. De dochter stelt de toestand van heel Israël voor, waarnaar de Heer op weg is om hun leven te geven. De vrouw stelt de enkeling van het volk voor die zich van de menigte losmaakt om nu al genezing te vinden op grond van persoonlijk geloof.

Het leven vloeide langzaam uit haar weg. Ze had alles wat ze had om van te leven uitgegeven om van haar kwaal te worden genezen. Alle artsen die ze had bezocht en betaald om genezen te worden, hadden haar niet kunnen genezen. Ze heeft geen cent meer en geen hoop op herstel. Er rest haar nog slechts één mogelijkheid: Christus.

Zo is het bij talloze mensen geweest die van alles hebben geprobeerd om vrede in hun hart te krijgen. Ze hebben kapitalen uitgegeven, maar het heeft hun geen innerlijke rust gegeven. Ze hebben van alles gedaan, maar in plaats van rust te vinden is de rusteloosheid alleen maar groter geworden. Totdat ze in hun nood met de Heer Jezus in aanraking kwamen. Toen ze hun leven aan Hem toevertrouwden, vonden ze rust en vrede.

De vrouw blijft in de menigte, maar ze weet zo dicht bij de Heer te komen, dat ze de zoom van Zijn kleed kan aanraken. Zodra ze dat heeft gedaan, merkt ze dat ze genezen is. De bloedvloeiing houdt onmiddellijk op. Het is slechts een aanraking en dat aan het onderste deel van Zijn kleed, maar ze ontvangt de volle zegen omdat ze het in geloof heeft gedaan. De zoom wil zeggen de kwasten onder aan het kleed waarin de hemelsblauwe draad verweven is (Nm 15:38). Ze heeft zich diep gebukt om een beroep te doen op de hemel, waarvan de hemelsblauwe draad spreekt.

Zij raakte de Heer van achteren aan, maar Hij wil haar in Zijn tegenwoordigheid brengen, van aangezicht tot aangezicht. Hij wil haar laten weten dat Hij van harte instemt met haar genezing. Het lijkt nu immers alsof zij die genezing gestolen heeft, maar in werkelijkheid ligt de oorzaak in de aanraking van het geloof. Daarom zegt Hij: “Wie is het die Mij heeft aangeraakt?”

Als allen het ontkennen, proberen Petrus en anderen de Heer het onlogische van Zijn vraag te laten zien. Hoe kan Hij dat nu toch vragen! De menigten dringen tegen Hem op. Velen hebben Hem aangeraakt. Het is ook wel zo dat iedereen die direct om Hem heen is, Hem heeft aangeraakt, maar dat zijn geen aanrakingen die in geloof zijn gedaan.

De Heer vraagt niet verder, maar stelt vervolgens dat iemand Hem heeft aangeraakt. Het was niet het dringen van de menigten. Dat gebeurde geheel onopzettelijk. De aanraking die Hij heeft gemerkt, was een bewuste aanraking, een aanraking in geloof in Wie Hij is. Iemand had in waarachtig geloof tot Hem de toevlucht genomen, hoe zwak dat geloof ook was.

Het dringen van de menigten deed geen kracht van Hem uitgaan. Op die manier genas de Heer niet. Zulk dringen is van geen nut om een zegen van Hem te krijgen. Maar de gelovige die zich in Zijn nabijheid bevindt en Hem, hoe bescheiden en verlegen ook, aanraakt, krijgt altijd een zegen van Hem.

Dan maakt de vrouw zich bekend. Bevend komt ze bij de Heer. Ze valt voor Hem neer en vertelt, terwijl het hele volk het hoort, waarom ze Hem heeft aangeraakt en dat ze onmiddellijk gezond is geworden. De vrouw geeft een geweldig geloofsgetuigenis voor het volk over de Heer Jezus en Zijn macht.

Nadat zij openlijk de “hele waarheid” (Mk 5:33) heeft verteld, ontvangt zij van de Heer de zekerheid van de vergeving van haar zonden. Hij gebruikt met opzet het woord “dochter” omdat Hij daarmee Zijn genegenheid voor haar tot uitdrukking brengt om haar vrees en ongerustheid weg te nemen. Vervolgens geeft Hij voor haar ziel wat alleen Hij kan geven: vrede.

Wat een vreugde zal het ook later voor haar zijn, zich de woorden te herinneren die Hij tot haar heeft gesproken. Hij heeft haar Zijn garantie gegeven door haar te vertroosten toen zij zo vreesachtig was. Hij heeft haar geloof erkend, hoe zwak dat ook was, en haar ten slotte weggezonden met een boodschap van vrede. Dit is meer waard dan de genezing van het lichaam.

Copyright information for DutKingComments