Luke 9:1

De uitzending van de twaalf

De Heer roept Zijn twaalf discipelen samen bij Hem. Het gaat van Hem uit. Hij geeft ook wat nodig is voor de dienst, zowel in geestelijk als in materieel opzicht. Hij voorziet hen van kracht en macht. Kracht ziet op de bekwaamheid, de energie, om iets te doen; macht is het gezag of het recht om de kracht te gebruiken. Hij geeft hun kracht en macht “over alle demonen”. Die zullen ze veelvuldig in hun dienst tegenkomen om hen in hun dienstwerk tegen te werken en zo mogelijk te verhinderen dat zij hun dienst verrichten. Hij geeft hun ook kracht en macht “om ziekten te genezen”. Zo voorziet de Heer als de Almachtige Zijn discipelen van wat nodig is om de genade van God aan mensen te betonen.

Nadat Hij hen heeft voorzien van kracht en macht, zendt Hij hen uit met de opdracht “om het koninkrijk van God te prediken”. Daar gaat het om. Hij wil mensen laten weten dat dit koninkrijk van God er aankomt, dat het aanstaande is. Het gezond maken van zieken is het teken dat de prediking zegen voor de hoorders inhoudt.

Vervolgens geeft de Heer de nodige aanwijzingen. Ze hoeven zich nergens druk over te maken als het gaat om hun eigen behoeften. Dat is onnodige ballast die hen alleen maar zal hinderen in het vervullen van hun opdracht. Hij wil dat ze zich volkomen aan hun taak kunnen toewijden en zich daarop alleen hoeven te concentreren.

Alles waar mensen normaliter voor zorgen als ze op reis gaan, en wat dan ook terecht is, daarvan moeten Zijn discipelen afzien. De Heer wil hen doordringen van de noodzaak van ongedeelde toewijding aan hun opdracht. Ze mogen erop rekenen dat Hij voor hen zal zorgen. Later zullen ze ook erkennen dat Hij voor hen heeft gezorgd (Lk 22:35).

Ze moeten zich ook niet druk maken over het uitzoeken van een logeeradres. Als ze in een huis gastvrij worden ontvangen, moeten ze daar blijven. Dat huis zal hun uitvalsbasis zijn. Van daaruit zullen ze elke morgen de stad intrekken om het koninkrijk van God te prediken en daarheen kunnen ze ’s avonds weer terugkeren.

Ze moeten ook rekening houden met het feit dat er steden zullen zijn waar ze niet welkom zijn. Dan moeten ze uit die stad vertrekken. Van die stad moeten ze het stof van hun voeten afschudden dat daaraan is gekomen toen ze er hun boodschap brachten. Het is een teken: als die stad hen verwerpt, kunnen zij met die stad geen enkele gemeenschap hebben. Het zal de discipelen niet anders vergaan dan het Hem is vergaan.

De twaalf vertrekken en voeren hun opdracht uit. Overal waar zij komen, verkondigen ze het evangelie en verrichten ze genezingen naar het woord van de Heer. Zo krijgt het getuigenis van de Heer een aanzienlijke uitbreiding waardoor zelfs Herodes van Hem hoort.

Copyright information for DutKingComments