Luke 9:18-19

Wie is Jezus?

Na Zijn drukke bezigheden met de menigte heeft de Heer behoefte om te bidden. Daarvoor zondert Hij Zich af. Dit is ook voor ons belangrijk. Als we bezig zijn geweest met ons werk, waarbij onze aandacht werd opgeëist door allerlei dingen, is het nodig dat we ons een ogenblik terugtrekken om met de Heer te praten.

De discipelen zijn wel bij Hem, maar storen Hem niet. Als Hij klaar is met bidden, heeft Hij een vraag aan hen. Deze vraag vloeit uit Zijn gebed voort. Hij heeft er met Zijn Vader over gesproken hoe het volk reageert op Zijn boodschap. Nu wil Hij Zijn discipelen hierover onderwijzen. Zij moeten zich bewust zijn van de gezindheid van het volk en hun gedachten over Hem.

De discipelen weten wel wat er voor gedachten over Hem in omloop zijn. Het zijn dezelfde gedachten die ook bij Herodes zijn binnengewaaid (Lk 9:7-8). Deze meningen geven aan dat de aandacht van het volk wel is gewekt, maar dat ze niet verdergaan dan speculaties van de menselijke geest over de Heiland.

Het is wel goed om meningen van anderen over de Heer te kennen, maar de grote vraag is natuurlijk Wie de discipelen, en ook wij zelf, zeggen dat Hij is. Daar vraagt de Heer dan ook vervolgens Zijn discipelen naar, een vraag waarop wij ook een antwoord moeten geven.

Petrus antwoordt overtuigd dat Hij “de Christus van God” is. De Heer Jezus is de Messias, de Gezalfde, de Christus – allemaal namen met dezelfde betekenis – Die van God komt, van God is, Zelf God is. Als we overtuigd zijn van Wie Hij is, zullen we Hem ook zo bekendmaken. Dat mochten de discipelen op dat moment in de geschiedenis niet meer.

Copyright information for DutKingComments