Luke 9:34

Het getuigenis van de Vader

Zodra Petrus zijn impulsieve uitspraak heeft gedaan, of misschien nog tijdens het doen ervan, komt er een wolk als een schaduw over hen heen. Het woord ‘overschaduwde’ is hetzelfde woord dat de Septuaginta – de Griekse vertaling van het Oude Testament – gebruikt voor het komen en vervullen van de tabernakel door de wolk. In het evangelie naar Mattheüs zien we dat het een lichte wolk is. Het gaat dus om de wolk van de heerlijkheid die met Israël in de woestijn was. Het is de wolk waarin God woont. God heeft destijds met Mozes gesproken vanuit de wolk en Mozes is in de wolk gegaan (Ex 24:16; 18). Hier gaat Mozes er met de Heer en samen met Elia in.

Dit gezicht veroorzaakt vrees bij de drie discipelen. Uit de wolk komt een stem die geen andere stem kan zijn dan die van de Vader. De Zoon des mensen Die op aarde ter dood wordt gebracht, wordt in de luisterrijke heerlijkheid erkend als de Zoon van de Vader. Jahweh maakt Zich bekend als Vader door de openbaring van de Zoon. Voor de Vader is alleen Hij belangrijk en boven alles en iedereen verheven.

De discipelen horen hoe de Vader op Hem wijst als Zijn uitverkoren Zoon. Als Hij geopenbaard is, is het niet langer zaak om naar Mozes te luisteren, of naar Elia, maar klinkt de oproep: ”Hoort Hem!” In het hele Oude Testament is de grote oproep ‘hoort Mozes’; en als het volk is afgeweken, wordt de grote oproep ‘hoort Elia’. Maar Mozes en Elia verdwijnen als Hij verschijnt. Niet dat Hij iets anders brengt dan Mozes en Elia, want wat zij hebben gesproken, zijn Zijn woorden. Alleen, nu spreekt Hij persoonlijk en niet meer door de mond van de grote profeten.

Terwijl de Vader Zijn uitsluitend welbehagen in de Zoon uitspreekt, verdwijnen Mozes en Elia en blijft alleen de Zoon over. Hij wordt alleen gevonden. Hij is met niemand te vergelijken. Mensen die toch proberen Hem met andere personen te vergelijken, hebben nooit de stem van de Vader over Zijn Zoon gehoord.

De discipelen zijn verlegen met wat ze hebben gezien en gehoord. Ze voelen aan dat ze dit niet aan anderen kunnen overbrengen, althans niet in die dagen. Petrus zal er later in zijn tweede brief wel over vertellen (2Pt 1:16-18).

Copyright information for DutKingComments