Malachi 2:4-7

Het verbond met Levi

Als het oordeel over hen komt, zullen de priesters weten dat de HEERE het heeft gedaan en ook waarom Hij het heeft gedaan (Ml 2:4). Het zal dan te laat zijn om zich te bekeren. Zo zullen allen die voor eeuwig geoordeeld worden, weten dat God hen oordeelt en ook waarom Hij dat doet.

God handelt in trouw aan Zijn verbond met Levi. Gods verbond met Levi laat het contrast zien tussen de trouweloze priesters en hun voorvader Levi, met wie de HEERE een priesterlijk verbond heeft gesloten (Nm 25:12-13; Dt 33:8-11). Het verbond met Levi herinnert aan de trouw die Levi heeft getoond toen het hele volk ontrouw was. De ontrouw van de priesters steekt schril af tegen de achtergrond van de trouw van Levi. Een afwijking, de ontrouw van de priesters, wordt het meest gezien door het voorstellen van het origineel, de trouw van Levi (Ex 32:25-29).

Leven, vrede en vrees

In Zijn verbond met Levi garandeerde de HEERE hem leven en vrede (Nm 25:12-13). Leven en vrede zijn een samenvatting van de zegen van het verbond. De volgorde kan niet worden omgekeerd. Er moet eerst leven zijn, vervolgens kan er vrede komen. Zonder of voordat er leven is, kan er geen vrede zijn. Leven is niet alleen een lang leven, maar ook een leven onder de gunst van God. Het gevolg is vrede. Vrede is niet alleen de afwezigheid van strijd en oorlog. Het is ook de weldadige sfeer van harmonie met God.

God heeft beide aan Levi gegeven, met het doel dat hij Hem zou vrezen. En dat heeft Levi ook gedaan. Hij is zich bewust geweest van de heiligheid van Gods Naam. De tegenwoordigheid van die Naam heeft grote indruk op hem gemaakt. Dit besef ontbreekt volledig bij de priesters tot wie Maleachi zich hier richt.

Leer en leven

De stam Levi was betrouwbaar in het onderwijs dat hij in de wet gaf (Ml 2:6; 2Kr 17:7-9; Ne 8:8-9). Hij leerde de wet niet partijdig of om persoonlijk voordeel, maar naar de strikte norm van de waarheid. In wat hij uit de wet aan het volk voorhield, was geen ongerechtigheid waar te nemen. Dit is een belangrijke voorwaarde voor ieder die vandaag onderwijs uit Gods Woord geeft. Dat onderwijs moet betrouwbaar zijn en zonder ongerechtigheid omdat het moet beantwoorden aan God Zelf.

Het Woord van God is absoluut betrouwbaar. Een leraar die uit Gods Woord onderwijst, moet dat ook zijn (vgl. Tt 1:9). In Gods Woord ontbreekt elke ongerechtigheid. In wat een leraar uitlegt over Gods Woord moet dat ook zo zijn. Hij moet geen halve waarheden verkondigen.

Behalve de woorden is ook de wandel van belang. Als de leefwijze van de leraar niet overeenkomt met zijn onderwijs, is zijn onderwijs niet betrouwbaar. Levi wandelde “in vrede en oprechtheid” met God. Hij wandelde God niet alleen na, maar Hij wandelde met Hem. Dit gaat nog iets verder dan Hem volgen. In wandelen met Hem zit het aspect van intimiteit en gemeenschap (Gn 5:22; Gn 6:9).

Het gevolg van dit gezonde onderwijs, ondersteund door een waardige wandel, is dat velen zich bekeren van hun ongerechtigheid (vgl. 1Tm 4:16). Wat een grote zegen gaat er uit van gelovigen die Gods Woord kennen, liefhebben en ernaar leven. We zien dit op een prachtige manier in de Heer Jezus op Wie deze kenmerken alleen volmaakt van toepassing zijn. Hij is in alles het volmaakte voorbeeld. Hij heeft door Zijn kennis velen rechtvaardig gemaakt, dat wil zeggen onderwezen in de gerechtigheid. De basis daarvoor is Zijn werk op het kruis, waar Hij de ongerechtigheden van die velen heeft gedragen (Js 53:11).

Maleachi benadrukt wat een priester moet kenmerken. Zijn lippen moeten kennis bewaren (Ml 2:7). Hij moet iemand zijn “die zich niet hoeft te schamen, die het Woord van de waarheid recht snijdt” (2Tm 2:15). Bij zo iemand kan het volk terecht als men iets uit de wet, Gods Woord, wil weten. Hij wil niet de favoriete leraar uithangen, iemand die voorliefde heeft voor bepaalde delen van de waarheid en die het volk naar de mond praat. De echte ‘Leviet’ geeft de Heilige Schrift in zijn geheel de plaats die God eraan geeft als de complete gids voor Zijn volk en voedsel voor het hart. Het bewaren van kennis gebeurt om die kennis aan Gods volk te onderwijzen. En overdracht van kennis is bedoeld om van de leden van Gods volk daders van het Woord te maken.

De positie van Leviet – en van de leraar van Gods Woord – is een grote verantwoordelijkheid: “Hij is een gezant van de HEERE van de legermachten.” Een gezant of ambassadeur vertegenwoordigt iemand en voert namens die ander een opdracht uit. Hij wordt geacht de boodschap van degene die hij vertegenwoordigt onveranderd en onverkort door te geven. Dat moet ieder die onderwijs geeft uit Gods Woord, doen beseffen dat hij niet eigenmachtig invulling aan Gods Woord mag geven. Het zal een heilige vrees geven en een voortdurend gebed om toch niets anders door te geven of uit te leggen dan het naar de bedoeling van de Heilige Geest is.

Copyright information for DutKingComments