Malachi 2:7

Leer en leven

De stam Levi was betrouwbaar in het onderwijs dat hij in de wet gaf (Ml 2:6; 2Kr 17:7-9; Ne 8:8-9). Hij leerde de wet niet partijdig of om persoonlijk voordeel, maar naar de strikte norm van de waarheid. In wat hij uit de wet aan het volk voorhield, was geen ongerechtigheid waar te nemen. Dit is een belangrijke voorwaarde voor ieder die vandaag onderwijs uit Gods Woord geeft. Dat onderwijs moet betrouwbaar zijn en zonder ongerechtigheid omdat het moet beantwoorden aan God Zelf.

Het Woord van God is absoluut betrouwbaar. Een leraar die uit Gods Woord onderwijst, moet dat ook zijn (vgl. Tt 1:9). In Gods Woord ontbreekt elke ongerechtigheid. In wat een leraar uitlegt over Gods Woord moet dat ook zo zijn. Hij moet geen halve waarheden verkondigen.

Behalve de woorden is ook de wandel van belang. Als de leefwijze van de leraar niet overeenkomt met zijn onderwijs, is zijn onderwijs niet betrouwbaar. Levi wandelde “in vrede en oprechtheid” met God. Hij wandelde God niet alleen na, maar Hij wandelde met Hem. Dit gaat nog iets verder dan Hem volgen. In wandelen met Hem zit het aspect van intimiteit en gemeenschap (Gn 5:22; Gn 6:9).

Het gevolg van dit gezonde onderwijs, ondersteund door een waardige wandel, is dat velen zich bekeren van hun ongerechtigheid (vgl. 1Tm 4:16). Wat een grote zegen gaat er uit van gelovigen die Gods Woord kennen, liefhebben en ernaar leven. We zien dit op een prachtige manier in de Heer Jezus op Wie deze kenmerken alleen volmaakt van toepassing zijn. Hij is in alles het volmaakte voorbeeld. Hij heeft door Zijn kennis velen rechtvaardig gemaakt, dat wil zeggen onderwezen in de gerechtigheid. De basis daarvoor is Zijn werk op het kruis, waar Hij de ongerechtigheden van die velen heeft gedragen (Js 53:11).

Maleachi benadrukt wat een priester moet kenmerken. Zijn lippen moeten kennis bewaren (Ml 2:7). Hij moet iemand zijn “die zich niet hoeft te schamen, die het Woord van de waarheid recht snijdt” (2Tm 2:15). Bij zo iemand kan het volk terecht als men iets uit de wet, Gods Woord, wil weten. Hij wil niet de favoriete leraar uithangen, iemand die voorliefde heeft voor bepaalde delen van de waarheid en die het volk naar de mond praat. De echte ‘Leviet’ geeft de Heilige Schrift in zijn geheel de plaats die God eraan geeft als de complete gids voor Zijn volk en voedsel voor het hart. Het bewaren van kennis gebeurt om die kennis aan Gods volk te onderwijzen. En overdracht van kennis is bedoeld om van de leden van Gods volk daders van het Woord te maken.

De positie van Leviet – en van de leraar van Gods Woord – is een grote verantwoordelijkheid: “Hij is een gezant van de HEERE van de legermachten.” Een gezant of ambassadeur vertegenwoordigt iemand en voert namens die ander een opdracht uit. Hij wordt geacht de boodschap van degene die hij vertegenwoordigt onveranderd en onverkort door te geven. Dat moet ieder die onderwijs geeft uit Gods Woord, doen beseffen dat hij niet eigenmachtig invulling aan Gods Woord mag geven. Het zal een heilige vrees geven en een voortdurend gebed om toch niets anders door te geven of uit te leggen dan het naar de bedoeling van de Heilige Geest is.

Copyright information for DutKingComments