Malachi 3:14

God dienen is nutteloos

In Ml 3:13 zijn we weer terug in de actualiteit van de dagen van Maleachi. De HEERE heeft een nieuwe aanklacht tegen hen. Hij brengt Zijn volk de woorden onder de aandacht die zij tegen Hem hebben gesproken. Uit die woorden is gebleken dat zij zich vermetel opstellen, hard en weerspannig, zelfs agressief. Er is een toename in het verzet tegen God.

En weer reageren ze met de onbeschaamde tegenwerping of de HEERE dan maar eens wil aantonen wat zij onder elkaar tegen Hem hebben gesproken. Ze voelen totaal niets aan van wat God hen verwijt. Bij hen ontbreekt elke Godsvrucht. Niets in hen is afgestemd op God. En dan te bedenken dat we hier te maken hebben met leden van Gods volk.

De HEERE zegt tegen hen waaruit hun gepraat onder elkaar bestaat (Ml 3:14). Hun vermetelheid blijkt hieruit dat zij zeggen: “God dienen is nutteloos!” En dat is nu juist het leven van de mens. God dienen is het voorrecht en de plicht van het schepsel en geeft hem de ware betekenis en het doel van zijn leven. Maar daar zijn zij het niet mee eens. God dienen levert volgens hen niets op, want ze krijgen niet wat ze willen hebben, namelijk materiële welvaart.

Nou, als dat zo is, kun je er maar beter mee stoppen om Hem te dienen. Waarom zullen zij hun taak ten behoeve van Hem vervullen als Hij hen er toch niet voor beloont? Zo praten zij onder elkaar. In plaats van elkaar aan te moedigen tot een trouwe taakvervulling voor de HEERE, stimuleren ze elkaar om hun trouw aan Hem op te zeggen. Zij klagen dat ze met hun godsdienst niets gewonnen hebben. Integendeel, ze lijden onder armoede en verdriet.

Ook “in het zwart gaan” helpt niets, zo constateren zij. Het houden van vastendagen, het afzien van voedsel, brengt ook geen winst. En daarvoor verricht je toch je godsdienstige verplichtingen? Voor wat hoort wat. Zij doen wat God vraagt, dus moet God daar wel heel blij mee zijn en hun voorspoed geven. Maar kijk eens hoe ze eraan toe zijn. Alleen maar ellende.

Waar ze blind voor zijn, is dat het probleem bij hen ligt en niet bij God. Ze hebben niet in de gaten dat ze alleen uiterlijk God dienen en dat ze van binnen verdorven zijn. God ziet het hart aan en dat slaat niet voor Hem. Wat Hij zoekt, zijn verscheurde, berouwvolle harten en niet verscheurde of zwarte kleren (Jl 2:13).

Ze hebben het helemaal met God gehad. “Welnu”, je kunt maar beter hoogmoedig en trots zijn (Ml 3:15). Zulke mensen maken het in de wereld. Zij hebben voorspoed en zelfs als zij God beproeven – hier in de zin van hoogmoedig uitdagen –, worden ze niet gestraft, maar ontkomen ze. Het leven in de wereld is veel beter dan dat je als christen je best doet om God tevreden te stellen. Als je voor God wilt leven, krijg je alleen maar problemen. Zo hebben al heel wat zogenaamde christenen gepraat.

Copyright information for DutKingComments