Malachi 3:2-3

Reiniging en zuivering

Het volk verlangt wel naar de komst van de HEERE, maar wie kan Zijn dag verdragen (Ml 3:2; vgl. Am 5:18)? Als Hij komt, zal het zijn om het kwaad te oordelen – waarvan het vuur spreekt – en weg te doen uit Israël, zodat Zijn volk gereinigd zal zijn (Zc 13:8-9). Hier vinden we de doop met vuur waarover Johannes de doper spreekt (Mt 3:11-12). Hout, hooi en stro, die onder andere ongelovigen voorstellen, zullen erdoor vergaan (1Ko 3:12-15).

Maleachi gebruikt twee beelden voor reiniging: vuur en zeep. Vuur dient voor de reiniging van metalen en zeep voor de reiniging van kleding. Het vuur reinigt ons inwendig. Kleding heeft te maken met ons gedrag, ons uiterlijk. De Heer Jezus had zoiets niet nodig. Alles wordt in overeenstemming met Hem gemaakt, blinkend wit zoals Hij wit is.

De smelter, dat is de Heer Jezus, neemt na de verhitting van het zilver het schuim weg waardoor het zilver zuiver wordt (Ml 3:3). Hij is pas tevreden over de zuiverheid van het zilver als Hij Zijn eigen gezicht in het zilver weerspiegeld ziet. De reiniging is met het oog op het gelijkvormig worden aan Hem (2Ko 3:18; 1Jh 3:2).

“Hij zal zitten” als Hij met dit proces in de Zijnen bezig is. Dat duidt op rust, zorg en aandacht. Het is geen vluchtig werk. Het gebeurt niet met haast. Hij houdt de temperatuur van het vuur nauwlettend in de gaten en zorgt ervoor dat wij niet verzocht worden boven wat we kunnen verdragen, “maar met de verzoeking zal Hij ook de uitkomst geven, zodat u ze kunt verdragen” (1Ko 10:13).

De zonen van Levi moeten gereinigd worden. Zij worden genoemd omdat zij de offers moeten brengen. Ze zullen worden gereinigd van de zonden die in de vorige hoofdstukken zijn genoemd. Dan kunnen ze “een graanoffer brengen in gerechtigheid”, dat wil zeggen in overeenstemming met het recht van God (Ml 3:4). Ze zullen op de juiste manier, in de juiste gezindheid, de goede offers kunnen brengen. Er is geen onrecht meer in hun hart en in hun daden.

Het is een gedachtenisoffer, dat in het vrederijk wordt gebracht (Ezechiël 40-46). Het herinnert aan de dagen van oude tijden af, de dagen van vroeger, dat zijn de dagen van Mozes, David en Salomo. Onder aanvoering van deze mannen hebben de Israëlieten offers gebracht die de HEERE met welgevallen heeft aangenomen. Het vernieuwde, gezuiverde en gereinigde Israël zal de geest van geloof en toewijding hebben die ook die dagen kenmerkte.

Om de gemeente te reinigen gebruikt de Heer Jezus het water van het Woord (Ef 5:26). God gebruikt tucht om Zijn kinderen te heiligen en daardoor deel te laten krijgen aan Zijn heiligheid (Hb 12:10). Ook beproevingen worden gebruikt om ons geloof, ons vertrouwen op God, zuiverder te maken, zodat we beantwoorden aan de heerlijkheid van Christus bij Zijn komst (1Pt 1:6-7; Jb 23:10; Ps 66:10; Sp 17:3; Js 4:4).

Copyright information for DutKingComments