Mark 10:29-30

Zij die alles hebben verlaten

Petrus is weer de spreekbuis van de discipelen. Hij heeft een opmerking die aansluit bij wat de Heer tegen de jongeman heeft gezegd (Mk 10:21). Hij wijst de Heer erop dat hij en zijn medediscipelen alles hebben verlaten. In de ondertoon klinkt de vraag, wat hun dat oplevert.

De Heer maakt Petrus geen verwijt over zijn opmerking, die zou kunnen worden uitgelegd dat hij zich beter voelt dan de jongeman. Hij gaat erop in door te zeggen dat het enige motief om alles te verlaten Hijzelf moet zijn en dat in de boodschap die wordt gebracht Hij centraal moet staan. Alleen dan is het goed alles te verlaten aan bezit en familie.

Wie Hem vanuit het juiste motief volgt en daarvoor alles heeft opgegeven, krijgt daarvoor veel meer terug. Wat we hebben verlaten, is slechts een honderdste van wat we krijgen. En dat niet alleen in de toekomst, maar ook nu al. Velen kunnen het getuigen dat zij door de Heer aan te nemen en voor Hem te gaan leven, veel hebben verloren aan materieel bezit en natuurlijke familiebanden, maar daarvoor veel meer geestelijk bezit en een geestelijke familie hebben teruggekregen. Dat is nu al zo en in de toekomst zal dat alleen maar meer worden, wanneer het eeuwige leven wordt genoten in het vrederijk.

De Heer belooft er overigens in deze tijd – dat is de tijd van de discipelen en ook onze tijd – ook vervolgingen bij. Hem aannemen en volgen levert geen aardse voorspoed en vredige taferelen op, maar gebrek en vijandschap. We volgen een verworpen Heer. We delen in Zijn lot, nu, maar ook straks.

Het einde van de wedloop telt, niet het begin. Het kan erop lijken dat sommige mensen alles mee hebben, zoals de rijke jongeman. Zij lijken de eersten te zijn om het koninkrijk binnen te gaan. Zij zullen er echter geen deel aan hebben als zij zich niet bekeren en alles opgeven ter wille van de Heer.

Anderen lijken de verliezers, de laatsten, te zijn. Zij lijken alles tegen te hebben. Ze hebben ook de wereld en de satan tegen zich. Zo was het bij de Heer Jezus en zo is het bij hen die Hem volgen. Zij zijn de eersten die het koninkrijk binnen zullen gaan. Daar zal de beloning voor de betoonde trouw door Hem aan ieder persoonlijk worden gegeven. De Heer waarschuwt met deze woorden dat we, wat het persoonlijke loon betreft, niet moeten oordelen naar de uiterlijke schijn.

Copyright information for DutKingComments