Mark 10:39

Een plaats in het koninkrijk

Na de openhartige woorden van de Heer over wat met Hem zal gebeuren, komen de broers Jakobus en Johannes bij Hem met een verzoek. We mogen altijd met onze wensen bij Hem komen. Hij nodigt hen uit te zeggen wat zij willen dat Hij zal doen. Hij weet al wat ze willen vragen. Zo weet Hij ook wat wij nodig hebben of willen voordat wij Hem onze wensen bekendmaken. Hij wil echter graag dat wij daarmee voor de dag komen, ons daarover uitspreken. Dat wil niet zeggen dat wij altijd krijgen wat we vragen en ook niet dat wij altijd de juiste dingen vragen, en zelfs niet dat wij het in de juiste gezindheid doen. De Heer wil dat wij zicht krijgen op onze vragen en motieven, en nodigt ons daarom uit ons uit te spreken.

De broers vragen of ze een plaats mogen hebben vlak naast Hem als Hij in Zijn heerlijkheid is, als Hij Zijn koninkrijk heeft gevestigd. Het is een soort reservering van de beste plaats naast Hem. Ze denken hiermee de anderen vóór te zijn. Ze geloven in Zijn heerlijkheid, dat is bij hen te waarderen. Ze zijn er echter blind voor dat Hij eerst moet lijden en sterven en dat dit ook hun deel zal zijn in de navolging van Hem. Ze denken niet aan Zijn lijden, waarover Hij zojuist heeft gesproken. Het lijkt alsof ze dat niet hebben gehoord. Het enige waaraan ze kunnen denken, is Zijn heerschappij en hun eigen plaats in Zijn rijk. Aan de plaats van de Heer en hoe Hij die zal krijgen, denken ze niet. Daarvoor zijn ze te veel met zichzelf bezig.

De Heer antwoordt hun dat ze niet weten wat ze vragen. Aan het delen in Zijn heerlijkheid gaat delen in Zijn lijden vooraf (Lk 24:26; Rm 8:17) en dat begrijpen ze niet. Daarom vraagt Hij hun of ze Zijn drinkbeker kunnen drinken. Daarmee vraagt Hij of ze het lijden kunnen ondergaan dat Hij zal ondergaan. De drinkbeker wijst meer op het innerlijke lijden, het lijden van de ziel, vanwege alle onrecht en smaad. Hij vraagt ook of ze kunnen worden gedoopt met de doop waarmee Hij wordt gedoopt. Ook dat betekent lijden, zelfs tot in de dood. De doop verbindt ons in beeld met de verworpen Christus en wijst meer op het uiterlijke lijden, het lichamelijke lijden. Het gaat er bij de drinkbeker en de doop zoals de Heer die hier voorstelt om dat wij ons stellen aan de zijde van de verworpen Christus, met alle consequenties daarvan.

Naast hun eerzuchtige verlangen naar de beste plaatsen in het koninkrijk, blijkt ook dat ze een overmaat aan zelfvertrouwen hebben. Eerzucht en zelfvertrouwen horen bij elkaar. Het hoeft ons niet te verwonderen dat ook deze twee discipelen wegvluchten als de Heer gevangen wordt genomen. Toch verwijt Hij hun niet dat zij zeggen dat ze het kunnen. Hij zegt zelfs dat ze het zullen kunnen. Ze zullen voor Hem de dood ingaan. Daarom maakt Hij het vleselijke verlangen van de twee tot een gelegenheid om Zijn discipelen te onderwijzen. Als zij bij Hem willen zijn, is het noodzakelijk dat zij hetzelfde pad gaan als Hij. Daarop zullen ze iets van het bittere lijden meemaken, zowel innerlijk als uiterlijk.

Wat ze ook aan lijden zullen meemaken in navolging van de Heer Jezus, al dat lijden heeft natuurlijk niets te maken met Zijn unieke lijden ter wille van de zonden om voor anderen verzoening met God te bewerken. Dat lijden heeft Hij alleen doorgemaakt en daarin is Hij door niemand na te volgen. Ze zullen kunnen delen in het lijden dat mensen Hem zullen aandoen. In het lijden dat God Hem zal aandoen, zullen ze niet kunnen delen omdat Hij dat alleen zal ondergaan.

Wat betreft hun verzoek, daarover beslist Hij niet als de Dienaar. De taakverdeling in Zijn koninkrijk is door Zijn Vader bereid. Hij geeft ieder zijn plaats in het rijk naar Zijn wijsheid.

Copyright information for DutKingComments